Alles over HIV/AIDS

Wat is HIV/AIDS?
Hiv staat voor Humaan Immunodeficiëntie Virus en is een virus dat het immuunsysteem afbreekt. Het immuunsysteem is het verdedigingssysteem wat het menselijk lichaam beschermt tegen ziekteverwekkers. Het hiv virus wordt overgedragen als geïnfecteerd sperma, bloed, vaginaal vocht of moedermelk in contact komt met een wond, slijmvliezen, zoals bij de vagina, penis, mond of direct met iemands bloed. Als je geïnfecteerd bent verspreiden de virusdeeltjes zich door de bloedstroom. In de bloedstroom zitten speciale soort witte bloedcellen: CD4-cellen die belangrijk zijn voor het afweersysteem van de mens. Het virus hecht zich aan die cellen, dus de CD4-cellen zijn de gastheercellen en die cellen gaan vervolgens het virus aanmaken. Er worden zoveel virussen aangemaakt dat de cel knapt en de nieuwe virussen naar buiten komen. Uiteindelijk zijn er zo weinig CD4-cellen over dat je afweersysteem niet goed meer werkt en er opportunistisch infecties optreden, zoals tuberculose in de longen. Zo’n opportunistische infectie is een infectie die je als je geen hiv zou hebben en dus genoeg CD4-cellen zou hebben niet zou krijgen. Als je hiv en opportunistische infecties hebt heb je AIDS.  AIDS staat voor Aquired Immune Deficienty Syndrome, Van iemand anders gekregen ziekte waarbij je afweersysteem tekortschiet en er allerlei ziekteverschijnselen optreden.

Opportunistische Infecties

De infecties die je krijgt van aids  heten dus opportunistische infecties, omdat ze gebruik maken van de zwakheid van het lichaam. Opportunisme betekent dan ook gebruik maken van mogelijkheden op het moment zelf.

Dit zijn een paar veel voorkomende infecties:

  • Longontsteking is ontstaan door de schimmel Pneumocystis Jerovicii, daardoor ontstaat meestal koorts, hoest en benauwdheid.
  • Toxoplasmose is een infectie door de parasiet Toxoplasma gondii. De klachten kunnen koorts, ooginfectie, lever- en miltvergroting en huiduitslag zijn.
  • Candidiasis is een schimmelinfectie van mond, keel, huid, nagels of vagina.
  • Tuberculose is een bacteriële infectie die de longen aantast. Het is wereldwijd de meest voorkomende doodsoorzaak bij aids patiënten. Symptomen zijn hoest, pijn op de borst, slapte of vermoeidheid, gewichtsverlies, gebrek aan eetlust, rillingen en lichte koorts en nachtelijk zweten.

 

Welke klachten en symptomen hebben patiënten met aids?

HIV-klachten en symptomen

Als je net besmet bent met het Hiv-virus, kun je klachten krijgen die je ook krijgt als je griep hebt. Dit heet acute hiv. Dit is de eerst fase van het virus. Vaak denk je dan niet aan Hiv, maar eerst aan een griepje of de ziekte van Pfeiffer. Klachten die horen bij acute hiv zijn huiduitslag, koorts, keelpijn, zware hoofdpijn, nachtzweten en diarree.
Veel mensen hebben deze symptomen nog helemaal niet en de mensen die ze wel hebben voelen zich uiteindelijk weer gezond. Dit is de A-symptotische fase. Na 2 tot 15 jaar is je afweersysteem uitgeput en ontstaat aids.

Klachten en symptomen van Aids

  • gewichtsverlies zonder duidelijke reden
  • langdurige koorts
  • diarree die niet overgaat
  • kortademigheid
  • ernstige infecties
  • aids-dementie
  • aangetaste zenuwen

 

 

Hoe wordt de diagnose van aids vastgesteld?

Om een diagnose te krijgen moet je eerst een Hiv-test doen.

Je kan een Hiv-test krijgen als:

  • Een van je ouders een Hiv-infectie heeft.
  • Je uit een land komt waar veel Hiv-infecties voorkomen.
  • Er iets is gebeurd waardoor je extra risico loopt op Aids (je hebt je geprikt aan een injectienaald of je hebt onbeschermd seksueel contact gehad).
  • Als je klachten hebt die horen bij een Hiv-infectie.

De Hiv-test kan positief, negatief of onbepaald zijn. Als de test positief is, heb je Hiv in je bloed en bij negatief heb je geen Hiv in je bloed. Als het onbepaald is, kan het zijn dat de eerste test positief is en de tweede test negatief.

Er zijn twee soorten Hiv-testen. Bij beide wordt bloed afgenomen.

  • Hiv-deeltjestest. Bij deze test kun je zien hoeveel virusdeeltjes je in je bloed hebt. Je kunt zo ook zien of een behandeling aanslaat.
  • Hiv-antistoftest. Je bloed wordt dan onderzocht op antistoffen tegen Hiv.

Na de diagnose die je dan krijgt op basis van de tests en er is geconstateerd dat je hiv hebt, krijg je nog twee belangrijke tests:

  • Hiv-RNA VL. Met deze test kun je bepalen hoeveel virusdeeltjes je in je bloed hebt. Zo kun je zien in welke fase van de Hiv-infectie je zit. Dit is belangrijk voor de soort medicijnen die je krijgt. Je kunt ook zien of je medicijnen werken.
  • Het aantal CD4-cellen. Hoe minder CD4-cellen, hoe minder goed je afweersysteem. Je kunt bij deze test ook zien in welke fase van de Hiv-infectie je zit.

 

Op welke leeftijd komt de aandoening meestal voor het eerst tot uiting?

Bij Aids is er niet een echt een vaste leeftijd wanner het het meeste voorkomt.

  • In Nederland komt 95% van de hiv-gevallen door onveilige seks. De aandoening komt dus vooral voor vanaf de leeftijd dat iemand seksueel actief wordt.
  • Het kan ook zo zijn dat je Hiv van je moeder via borstvoeding hebt gekregen toen je klein was.

Het hangt dus van de manier van besmetten af vanaf welke leeftijd de infectie vooral voorkomt.

Het aantal doden van Aids is wel bekend

In deze grafiek zie je het aantal mensen dat sterft aan Aids per miljoen van verschillende herkomst. Je ziet hier ook dat vrouwen eerder sterven aan Aids dan mannen.

 

Hoe wordt aids behandeld?

Sinds 1996 kan hiv worden behandeld. Maar je kan het niet genezen. Dus het blijft voor altijd in je lichaam, maar je kan het wel verminderen en ervoor zorgen dat het virus niet meer vermenigvuldigd in je lichaam.
Dit kun je doen door hiv-remmers in te nemen. Er zijn veel verschillende hiv-remmers die verschillende dingen doen bij je lichaam. Vaak neem je 1 of 3 pillen per dag. Je moet ze op tijd innemen. Deze behandeling wordt combinatietheraphie genoemd omdat het een combinatie is van verschillende middelen tegen hiv. Wanneer je een lange tijd de hiv-remmers inneemt wordt de virus in je lichaam steeds minder. En uiteindelijk kan het zelfs geneesd worden, maar het hiv virus blijft wel voor altijd in je lichaam. Dit gebeurt wel vaak alleen in rijke landen en niet in arme landen, want daar kunnen ze de hiv remmers niet betalen. En soms zijn er helemaal geen hiv-remmers dan gaan er veel mensen dood omdat ze niks aan aids kunnen doen. In Nederland is dit niet zo en gaan er zelden mensen dood aan aids.

Hiv remmers

 

Wat zijn risicofactoren voor het krijgen van aids?

Als je aids hebt dan heb je het hiv virus binnen gekregen in je lichaam. Je kunt door verschillende manieren het hiv virus krijgen in je lichaam.
Je kan het hiv virus krijgen als je onveilige seks hebt zoals vaginale seks, anale seks of orale seks met iemand die besmet is met het hiv virus. Het hiv virus kan dan via de sperma, vaginaal vocht of bloed van je partner zich verspreiden in jouw lichaam. Als je het hiv virus hebt dan heb je niet gelijk aids. Pas als het hiv virus zich ontwikkeld en je ziek wordt heb je aids.
Als je een bloedtransfusie hebt kan je ook het hiv virus krijgen dan kan het bloed die je krijgt besmet zijn.
Als je een naald of spuit gebruikt die besmet is kun je het hiv virus ook krijgen door bijvoorbeeld drugs.
Een vrouw kan ook het hiv virus aan zijn baby overdragen, wanneer de vrouw besmet is met het hiv virus en een baby krijgt is de baby ook besmet met het hiv virus. De baby kan ook via borstvoeding hiv krijgen.

Hier een paar dingen waaraan je NIET besmet raakt aan hiv:
– Huidcontact (hand geven, knuffelen)
– Zoenen en tongzoenen
– Wc-bril of andere voorwerpen de virus kan niet leven buiten het lichaam
– Ademing
– Eten
– Water, zwemwater, sauna

Geschiedenis van aids

De geschiedenis van aids is ingedeeld in 5 perioden.

Periode 1(1981-1985): In 1981 was de wereld geschrokken van een dodelijke ziekte, namelijk aids. In de verenigde Staten waren er homo’s met infecties, waardoor ze zo verzwakten dat ze uiteindelijk stierven. Ze dachten dat het een seksueel overdraagbare ziekte onder homo’s was. Het werd GRID genoemd: Gay Related Immune Disease. Al snel hierna kregen drugsgebruikers die naalden gebruikte, mensen die donorbloed hadden gekregen en heteroseksuelen het ook. In Afrika was de ziekte al veel groter. En de ziekte werd Aids genoemd. In 1984 werd het virus ontdekt waardoor het kwam: Hiv. Er werd wel geruzied over wie de vondst had gedaan. Uiteindelijk is er een akkoord gesloten dat Luc Montagnier en Robert Gallo beiden het virus hadden ontdekt.

In Nederland kwamen ook de eerste aidspatiënten. Nederland was ook erg geschrokken en vreesde een epidemie. Omdat ze nog weinig kennis hadden over de manier om het over te dragen, werden mensen met aids vaak buitengesloten.

Periode 2(1986-1990): Aids had in deze periode veel mensen besmet en zo was ook de strijd tegen aids groter geworden. In 1988 werd de eerste Wereld Aids Dag gehouden om aandacht te krijgen voor de aidsepidemie. Er kwam zelfs een internationaal symbool: de red ribbon. In veel landen dragen mensen op 1 december dit rode aidslintje.

In Nederland ging het beter door het voorlichten van de groepen waarbij het veel voorkwam, zoals homo’s en prostituees. Het gebruiken van schone naalden was heel belangrijk in het bestrijden van aids bij drugsgebruikers. Toch zijn er in veel landen de epidemieën groter geworden, omdat homo’s, drugsgebruikers en prostituees geen plek kregen bij het aidsbeleid. In 1985 kwam er een Hiv test, maar er werd niet veel gedaan, want als je wist dat je hiv had, wist je dat je snel doodging. In 1986 kwam er een samenwerking tussen het Aidsfonds en Glaxo Wellcome. Glaxo Wellcome maakte AZT. Dat middel kon het proces van de ziekte een beetje vertragen. Het Aidsfonds wilde daarom meer hiv-remmers.

Periode 3(1991-1995): In deze periode bleef aids slachtoffers maken, ook beroemde mensen, waardoor de steun voor de bestrijding tegen aids toe nam. In Nederland nam de aids sterfte steeds meer toe. Er werd daarom ook steeds meer aan gedaan.

Periode 4(1996-1999): Het jaar 1996 was een belangrijk jaar voor de bestrijding tegen aids. Er was een levensreddende behandeling voor mensen met hiv: de combinatietherapie. Dat was een grote hoeveelheid hiv-remmende medicijnen die erin heeft geslaagd het hiv-virus niet verder te laten gaan tot aids. In 1999 werd een kortere behandeling gevonden voor zwangere vrouwen met aids. Dit zorgt ervoor dat de kans op hiv bij baby’s verkleint. Hij was ook nog eens veel goedkoper dan de vorige behandeling, dus kon het ook aangeboden worden in arme landen. De hiv-test werd ook weer populairder door het succes van de behandeling.

Periode 5 (vanaf 2000): De Hiv-remmers maakten de verwachtingen waar. Het was mogelijk geworden om met Hiv te leven zonder aids te krijgen. In 2003 werd een vaccin getest, want dat was er nog niet. Helaas werkte het middel niet. In 2009 werd er nog een keer gekeken naar een vaccin. Dit vaccin kon de kans op Hiv met 33% verkleinen. Maar later kwamen ze er helaas achter dat de kans lager was dan 33% en dat het toeval was. Er werden steeds meer onderzoek gedaan en zo kwamen ze steeds meer te weten over aids, bijvoorbeeld dat als je eerder begint met hiv-remmers je minder kans hebt om het over te dragen en als je eerder start met de behandeling kan schade aan het immuunsysteem worden voorkomen en het verkleind ook de kans om het te overdragen. De rechten van mensen met aids werden ook beter. Zo mochten in 2009 mensen met hiv weer naar Amerika.

Feiten en cijfers over AIDS

– Aidsdoden sinds begin van de epidemie: 35 miljoen
– Aidsdoden in 2016: 1 miljoen
– Aantal mensen met hiv: 36,7 miljoen
– Aantal nieuwe infecties in 2016: 1,8 miljoen

Hiv en aids in Nederland:

– Mensen met hiv/aids in 2015: 22.900
– Doden als gevolg van hiv en aids in 2015: rond de 115
– Nieuwe infecties in 2015: 900

In Nederland leven er naar schatting 22.900 mensen met hiv. Van hen weten er 2.800 niet dat ze hiv hebben. Elk jaar krijgen toch nog een kleine duizend mensen een positieve hiv-diagnose, dat betekent dus dat ze hiv hebben. Helaas komen te veel mensen niet op tijd in behandeling. Daardoor sterven er in Nederland nog steeds ieder jaar meer dan 40 mensen aan de gevolgen van hiv en aids.

In 2016 waren er 19,5 miljoen mensen op behandeling. Dat is 53% van alle mensen met hiv.