Andelen

Oorspronkelijk was een aandeel een stuk papier dat je een bepaald aantal zaken bezat. Bijvoorbeeld een grote luchtvaartmaatschappij KLM. Op de beurs staat precies hoeveel euro je nu bij deze luchtvaartmaatschappij hebt; een waardevol stuk papier. Tot nu toe wordt een aandeel een beveiliging genoemd. Tegenwoordig worden de voorraden echter nauwelijks op papier gedrukt: ze worden beheerd op de computer of via de bank, net als bij een betaalrekening.

Waarom verkoopt een bedrijf zijn aandelen?

Een bedrijf verkoopt delen van zichzelf als aandelen om geld te krijgen. Dat gebeurt op de aandelenmarkt. Voordat een bedrijf ‘openbaar’ wordt, wordt de volledige waarde van het bedrijf berekend. De waarden van alle gebouwen, alle machines en alle bureaus van een bedrijf worden bij elkaar opgeteld. Het totaal wordt vervolgens weer in aandelen verdeeld. Echter alleen op papier. Als een bedrijf bijvoorbeeld een totale waarde van € 1.000 heeft, kunt u 100 aandelen uitgeven voor € 10 per stuk. Ze zijn dan een totaal van 1.000 euro waard. Als je nu een aandeel koopt voor 10 euro, een deel van het bedrijf. Geen specifiek onderdeel, zoals een computer, maar u bent een beetje betrokken bij het hele bedrijf.

De waarde van de voorraad is afhankelijk van het succes van het bedrijf

Als het bedrijf winst maakt, krijg je er een deel van. Hoe hoog de inzet is, hangt af van het aantal aandelen dat u bezit: hoe meer aandelen, hoe groter de winstdeling. Als een bedrijf succesvol is, willen veel mensen aandelen, dat wil zeggen aandelen, bezitten in het bedrijf. En hoe groter de vraag naar aandelen, hoe groter hun waarde. Als het bedrijf echter slecht gaat, daalt de waarde van de aandelen. Dan kost het misschien niet meer 10, maar slechts 5 euro. Als u uw aandelen verkocht, zou u geld verliezen.