Betontegels voor het tuinpad kunt u zelf storten

betontegelIn iedere bouwmaterialenhandel kunt u diverse betontegels van verschillende afmetingen kopen. U kunt ze ook zelf maken. Dit kost weliswaar tijd, maar het bespaart veel geld.

Betontegels voor tuinpaden en terrassen zijn meestal vierkant of rechthoekig en de vraag is waarom niet rond, driehoekig, achthoekig of kruisvormig?
Als u de betontegels zelf stort, kunt u alle vormen maken die in de handel niet of nauwelijks verkrijgbaar zijn.

Een tegel van 50 X 50 cm moet minstens 7 cm dik zijn, terwijl voor 25 X 25 cm tegels een dikte van 6 cm voldoende is. De houten mallen, die u nodig heeft, worden gemaakt van latten (geschaafd grenehout), die minstens 6 X 4 cm moeten zijn. Als de latten op de gewenste lengten zijn gezaagd, worden ze, op een hoek na, met behulp van scharnieren met elkaar verbonden. Op de overblijvende hoek wordt een koffersluiting geschroefd. Door deze hefboomsluiting kan de mal, ongeacht of ze drie- of vierkant is, vastgetrokken worden. Een bakvorm is bijzonder geschikt voor het maken van ronde tegels. Door de koffersluiting kan de mal, nadat het beton gestort en aangedrukt is, snel geopend worden zonder dat de zachte betonmassa beschadigd wordt.

Bij het storten wordt de mal op een glad vlak gezet, waarover eerst een laag plastic is gelegd. Betontegels bestaan altijd uit twee lagen: een onderlaag en een toplaag.
Voor de onderlaag, die afhankelijk van de grootte van de tegel ongeveer 6 tot 7 centimeter dik moet zijn, heeft u een beton- mengsel nodig bestaande uit een deel cement, 2 delen zand en 3 delen grind. Nadat de binnenkant van de mal met lijnolie is ingesmeerd, (herhalen voor iedere tegel) kan iets vochtige beton voor de onderlaag van de tegel in de mal gestort en aangestampt worden.
Het maken van gladde betontegels.
Over de onderlaag wordt een laag fijne specie bestaande uit 1 deel cement en 2 delen zand (iets natter als aardvochtig) uitgesmeerd. Deze laag, die precies gelijk moet liggen met de mal, moet zorgvuldig afgestreken worden totdat alle oneffen-heden weg zijn. Gebruik hiervoor een schuurplank van hout of kunststof. Daarna moet het oppervlak glad gestreken worden met een pleisterspaan.

• Het verven van tegels.
Strooi een droog mengsel van cementverf en cement (verhou-ding 1:1) op fijne betonlaag en wrijf dit in. Maak daarna het oppervlak glad.

• Uitgewassen betontegels.

Breng op de onderlaag een mengsel van 4 delen kiezel, 1 deel fijn zand en 1 deel cement aan. Het mengsel moet iets vochtig zijn. De kiezelgrootte kunt u zelf bepalen. Daarna wordt de laag glad gestreken met een schuurplank. Met behulp van een natte verfkwast wordt de kiezellaag zo lang geborsteld, tot de kiezelstructuur duidelijk zichtbaar is.
Na een paar minuten wordt de mal voorzichtig verwijderd. Na een droogtijd van ongeveer 4 dagen kan de tegel verplaatst worden. Plaats de tegels verticaal vlak tegen elkaar. Ze moeten nog ongeveer drie weken verharden, voordat ze gelegd kun-nen worden.
De mallen voor de betontegels worden gemaakt van geschaaf-de grenehouten latten. Op een hoek na worden ze met schar-nieren aan elkaar bevestigd. De laatste hoek wordt voorzien van een koffersluiting, zodat de mal gemakkelijk kan worden geopend na het storten. Met behulp van losse houten inzet-stukken kunt u een vierkante mal gemakkelijk veranderen in een achthoekige of kruisvormige. Daarbij moet u er vooral op letten, dat de losse inzetstukken even groot zijn, zodat de tegel een gelijkmatige vorm krijgt. Op een laag plastic worden de betontegels gemaakt met behulp van beton, specie, kiezel, schuurplank, troffel, lijnolie en kwast.
Voordat het beton gestort wordt, moet de binnenkant van de houten mal goed ingestreken worden met lijnolie. De mal laat dan beter los van de gestorte tegel.
Eerst wordt een betonnen onderlaag van 6 cm dik (mengsel: 1 deel cement, 2 delen zand en 3 delen kiezel) in de mal gestort. Met de troffel aandrukken en glad maken. De kiezellaag bestaat uit vier delen rivierkiezel, een deel fijn zand en een deel cement. Het mengsel moet net nat genoeg zijn om goed te kunnen verwerken.
Breng het kiezelbeton met een troffel over de betonnen onder­laag en strijk de laag glad. De laag moet gelijk liggen met de mal. Licht aandrukken.
Met de schuurplank wordt de kiezelbetonlaag uitgestreken en glad gemaakt. Hierbij wordt aanbevolen de schuurplank flink nat te maken met water.
Was de kiezellaag uit met een natte kwast. Maak de kwast steeds opnieuw nat en strijk zo lang over de laag, tot de kiezels aan de bovenkant bloot liggen.
Vlakke tegels kunnen gekleurd worden. Meng de cementverf met cement (1:1). Strooi het mengsel op de vochtige betonlaag en wrijf het in.
Als de cementverf goed in het beton gewreven is, wordt de laag met een pleisterspaan goed glad gestreken. Cementverf is jarenlang kleurbestendig.