Biljarten

Een biljarttafel heeft een vlakgeslepen leiblad en een speelvlak van 2,845 x 1,4225 m (wedstrijdtafel) of 2,30 x 1,15 m (klein biljart) dat wordt begrensd

door rubberbanden. Speelvlak en banden zijn overtrokken met groen laken. Het spel wordt gespeeld met drie ballen: twee witte en een rode. Eén witte bal is aan de aspunten gemerkt met een stip. De bal wordt gestoten met een  keu, een spits toelopende stok van ca. 1,40 m lang, die is voorzien van een veerkrachtig leren dopje, de pomerans. Daardoor is het mogelijk de ballen een draaiende beweging mee te geven.

Bij biljarten gaat het om het maken van caramboles (punten): een van de witte ballen, de speelbal, zodanig stoten dat hij de beide andere ballen raakt. De speler die als eerste het vooraf afgesproken aantal caramboles haalt, wint.

Het spel begint met de acquitstoot; de stippen voor de uitgangspositie zijn op het biljart aangebracht. Deze stoot wordt ook gebruikt als de speelbal vastligt tussen de andere ballen.

Voor de verschillende spelsoorten (libre, bandstoten, driebanden, kaderspelen) gelden uiteraard afzonderlijke regels.

biljartballen
biljartballen

Geef een reactie