Dahlia’s Planten

Er worden twee groepen dahlia’s onderscheiden: de perkdahlia’s, die uit zaad worden opgekweekt en als eenjarige perkplanten verkocht; en de knoldahlia’s, waarvan de knol jaarlijks wordt uitgeplant. Het eerste type biedt weinig problemen; het laatstgenoemde type wordt hier verder besproken.

De knollen worden in maart op een vorstvrije plek in een kistje met half turfmolm, half zand gelegd, waarbij de beschadigde knollen en oude, vezelige wortelgedeelten worden verwijderd. Na enkele weken gaan de ogen opzwellen, waarna de knollen met een scherp mes kunnen worden gescheurd. Elke knol moet een oud stengelstuk hebben.
Wanneer Dahlias planten?
Vanaf half mei plant u de knollen op een diepte van zeker 10 cm. Dahlia’s hebben veel voedsel nodig en daarom is het aan te raden de grond al in de herfst met stalmest of compost te verrijken. Na het planten voegt u dan nog wat kunstmestkorrels (12-10-18) toe.

Bij het planten van de knollen zet u ook direct staken als steun, die ca. 30 cm korter moeten zijn dan de te verwachten hoogte van de planten.

dahliaNa een week of drie topt u de plant om later meer bloeistengels te krijgen. Wilt u veel bloemen, dan neemt u twee weken later alleen het bovenste paar zij scheuten weg, wilt u grote bloemen, dan verwijdert u nog meer zijscheuten. Begin juli omringt u de plant met tuinturf, afgemaaid gras of oude stalmest, waardoor het onkruid wordt onderdrukt en vocht vastgehouden.

Na de eerste nachtvorst, als de bladeren zwart zijn geworden, snijdt u de stengels tot 15 cm terug. Kort daarna rooit u de knollen op. Voorzichtig verwijdert u de losse grond, waarna u de knollen goed laat drl)gen. Daarna kunnen ze weer in een bak met zand en turf worden gelegd.