Epilepsie

Epilepsie is een aandoening waarbij de patiënt aan terugkerende toevallen lijdt. Er zijn drie hoofdtypen van epilepsie en elk type heeft zijn eigen verschijnselen. Epilepsie is geen geestesziekte en epileptici lijden niet vaker aan een geestesziekte dan andere mensen.
De oorzaak van epilepsie is in veel gevallen onbekend. Tot de aanwijsbare oorzaken behoren: beschadiging van de hersenen bij de geboorte, infecties, hersenof hersenvliesontsteking, een beroerte, alcoholisme of druggebruik, een hersentumor en degeneratie van de hersenen op hoge leeftijd. Er schijnt een erfelijke aanleg mee te spelen.

Grand mal
Deze grote epileptische aanval wordt meestal voorafgegaan door steeds dezelfde voortekenen, aura geheten. De vorm verschilt van persoon tot persoon: een galm in de oren, lichtflitsen of de gewaarwording dat men dingen ruikt, hoort of iets proeft. Daarna volgt plotseling verlies van bewustzijn en verstijving van de ledematen en de nek, gevolgd door een ritmisch trekken of schudden van het hele lichaam. Tijdens de aanval zal de patiënt dikwijls op zijn tong bijten, schuim op zijn mond krijgen en zijn urine en ontlasting laten lopen. Zijn gelaatskleur blijft normaal of wordt blauwrood, en niet bleek zoals bij flauwvallen. Meestal duurt een aanval niet langer dan ongeveer vijf minuten. Duurt het langer of volgen er meer aanvallen achter elkaar, dan moet een arts gewaarschuwd worden.

Petit mal
Deze kleine epileptische aanval komt het meeste voor bij kinderen tussen vier jaar en de puberteit. Het bewustzijnsverlies duurt slechts enkele seconden, zonder dat de patiënt valt of van lichaamshouding verandert. Hierbij kunnen de ogen zich even sluiten of knipperen. De patiënt komt snel weer tot bewustzijn en gaat door met waar hij aan bezig was, zonder te weten dat er een onderbreking van zijn bewustzijn is geweest. Er kunnen zich per dag tientallen aanvalletjes voordoen.

Psychomotorische epilepsie
Dit type, ook wel temporale epilepsie genoemd, is voor de toeschouwer minder opvallend. Veelal doet zich een voorafgaande aura voor, zoals bij grand mal. De patiënt verliest het bewustzijn echter niet en valt niet op de grond. Wel zal hij een onwezenlijk gevoel krijgen of een gewaarwording van ‘déjà vu’. Het is mogelijk dat hij tijdens de aanval niet goed kan communiceren, hoewel hij automatisch, alsof hij slaapwandelt, kan lopen, spreken of zelfs autorijden. Ook kan hij een woedeaanval krijgen of gewelddadig worden.

Hulp bij een toeval
Raak als een epilepticus een aanval krijgt niet in paniek. Leg de patiënt op de zij, zonder kussen en maak de kleding rond de hals los. Zorg dat er voldoende ruimte om hem heen is, zodat hij zich niet kan bezeren.
Probeer nooit zijn mond open te wringen, met kracht iets tussen de tanden te stoppen of hem te laten drinken. Probeer ook nooit de bewegingen die de patiënt tijdens een aanval maakt tegen te gaan. Zorg zodra de bewegingen zijn opgehouden en de patiënt slaapt dat zijn luchtwegen vrij zijn.

leven met epilepsie
Elke patlent moet voor zichzelf UItmaken in hoeverre hij zijn omgeving over zijn kwaal wil inlichten Duidelijkheid is echter in vrijwel alle gevallen gewenst. Een toekomstige huwelijkspartner of werkgever mag uiteraard niet in het ongewisse gel aten worden.
Bij chronische aandoeningen is de houding van mensen in de omgeving belangrijk. Epileptici moeten ze duidelijk maken dat hun kwaal geen enkele reden is om zich terughoudender op te stellen dan normaal

Geef een reactie