gevulde Speculaas

Het deeg: 300 g bloem, theel. bakpoeder, g harde boter, 150 g bruine basterdsuiker, 10 g speculaaskruiden, ~ theel. zout.

De vulling: 150 g amandelen (gepeld), 150 g suiker, eierdooier, druppel bittere amandelolie of amandelessence, geraspte schil van /4 citroen, ei, eetl melk.

De garnering: 15 gepelde engehalveerde amandelen.

Maal de amandelen in een amandelmolen. Meng er de suiker, eierdooier, amandelolie en geraspte citroenschil door en maal deze massa nog een of twee keer. Zeef de bloem met het bakpoeder in een kom. Voeg boter, basterdsuiker, speculaaskruiden en zout toe en kneed hiervan een deeg, door eerst met 2 messen de boter klein te maken en dan met koele handen flink te kneden. Zet het deeg ten minste 2 uren weg om de kruiden goed te laten intrekken. Bestuif het aanrecht dan met bloem en rol het deeg uit tot een langwerpige lap van zo’n 3/4 cm dik. Snijd deze in twee gelijke delen.
Beboter vervolgens het midden van een bakplaat. Klop het ei los met de melk en meng het grootste deel hiervan door de amandelspijs. Leg één deel van het deeg op de beboterde plaat, strijk er de spijs gelijkmatig over uit en leg de tweede deeglap er bovenop. Bestrijk dan de bovenkant met de rest van het losgeklopte ei. Druk ten slotte de halve amandelen in het deeg en bestrijk ze ook met ei.

Schuif de bakplaat in het midden van de voorverwarmde oven (150 à 175 ‘C, gasovenstand 2 à3) en bak het speculaas in circa 40 minuten gaar en mooi bruin. Laat dan het speculaas op de bakplaat bijna koud worden. Snijd er vierkante stukjes van die u geheel laat afkoelen.