Het leggen van betonpaden en betonnen oprijlanen

De dikte van een betonpad of een betonnen oprijlaan varieert met de ondergrond: op zandgrond van 5 (pad) tot 10 cm (oprijlaan), op kleien veengrond van 7,5 tot 10 cm. Voor het berekenen van de benodigde hoeveelheid. op het gemeentehuis naar eventuele vergunningen. Bestel zonodig tijdig kant-en-klaarbeton en zorg op de leverdag voor een paar helpers.

Uitgraven en bekisten
Op stevige zandgrond kan rechtstreeks beton worden gestort Qadat gras en onkruid zijn verwijderd, oneffenheden gelijkgemaakt en de grond is aangerold. Als echter het pad gelijk moet komen met de grond eromheen moet eerst een laag zand ter dikte van de betonlaag worden uitgegraven. Maak de uitgraving aan alle zijden een tiental centimeters groter dan de maten van het gewenste pad.

Op zachte kleien veengrond moet meer aarde worden uitgegraven omdat het beton hier gestort dient te worden op een laag puin of steen van 5 (pad) of 7,5 cm (oprijlaan). Druk het puin stevig aan met een roller en bedek het met een laag zand van 2-3 cm dikte.

Zet vervolgens de bekisting in elkaar, het raamwerk dat het beton tijdens het storten en harden bijeen houdt. dit raamwerk van planken van minstens 2 cm dik en met een breedte die gelijk is aan de dikte van de betonlaag. Spijker de bekisting tegen stevige, houten paaltjes (de piketten) van 40 cm lengte, die op afstanden van 1 m in de grond worden geslagen. Zorg dat de bekisting waterpas staat en verdeel de ruimte om de 3 m met behulp van zgn. stoplatten.

Storten en afwerken
Leg geparaffineerd papier op de ondergrond. Maak ruimte voor een expansievoeg door tegen de stoplatten een 10 cm dikke expansielat te plaatsen die even lang en breed is als de stoplat. Plaats ze aan de zijde waar met het storten wordt begonnen.

Stort nu het beton in het eerste vak van de bekisting. Spreid het tot aan de expansielat gelijkmatig uit met een bats en zorg dat het iets boven de bekisting uitsteekt, zodat het er na het aanstampen mee gelijk komt. Stamp het beton aan met een zware balk door deze telkens een paar centimeter op te tillen en weer te laten vallen. Breng de balk telkens ongeveer de helft van zijn dikte verder langs het aan te stampen oppervlak. Verwijder ten slotte het teveel aan beton door de balk met zaagbewegingen over het oppervlak te schuiven.

Verwijder nu de stoplat (en de piketten waartegen ze bevestigd is) maar zorg ervoor dat de expansielat vertikaal blijft staan en gelijk blijft met de bovenzijde van de bekisting en van het aangestampte beton. Ga vervolgens verder met het storten in het volgende vak.

Het betonoppervlak afwerken met een harde bezem (voor een ruw oppervlak) of met een houten plekspaan (glad oppervlak). Bedek het beton met natte zakken (regelmatig nathouden!), met waterdicht bouwpapier of met plastic folie. Het harden duurt bij warm weer 4 dagen en bij lagere temperaturen zelfs wel eens 10 dagen. Voor zware belastingen is het beton pas geschikt na het dubbele aantal dagen, maximaal dus 20 dagen na het storten.

Hellend vlak
Als het te storten betonpad een steil gedeelte heeft, moet daarvoor dan een zo stijf mogelijk betonmengsel gebruikt worden om te voorkomen, dat het beton tijdens het verwerken gaat wegvloeien.