Het vervangen van een defecte stekker

Een defecte stekker is heel gemakkelijk te vervangen. Maak de schroef los die de twee stekkerhelften bijeen houdt, maak ook de twee schroeven van de snoerklem los en doe hetzelfde met de schroeven waarmee de stroomdraden bevestigd zijn aan of in de contactpennen. Bij stekkers met randaarde ook de verbindingsschroef met de aardklem losmaken. De nieuwe stekker kan nu in omgekeerde volgorde aan het snoer worden vastgemaakt. Ook contrastekkers en apparatenstekkers kunnen op deze wijze worden vervangen.

Indien ook een gedeelte van het snoer moet worden vervangen, bijv. doordat het na een kortsluiting in de stekker is verbrand, moet de kabel (of het snoer) over enige centimeters van de buitenmantel worden ontdaan. Het gemakkelijkst gaat dit met een draadstriptang. Als het snoer omvlochten is met glansgaren (strijkijzersnoer) draait men een stukje plastic isolatieband om de buitenmantel teneinde rafelen tegen te gaan.

De buitenmantel wordt nu stevig vastgezet onder de snoerklem. Ontdoe de aders van 1 cm van hun isolatie en draai de blootgekomen koperdraad inelkaar (rechtsom). Sluit de aders aan op de corresponderende contactpunten en sluit de stekker.