Hoe gevaarlijk is Radioactiviteit?

Radioactiviteit is een eigenschap van een stof. Dit creëert stralen die u niet hoort, niet ziet of voelt. Gewoonlijk is een atoom stabiel, het blijft zoals het is. In sommige soorten atomen kan de atoomkern echter vervallen. Hierdoor komen stralen vrij die veel energie bevatten. Alfastraling zijn de positief geladen kernen van het edelgas helium. Bètastraling bestaat uit elektronen en gammastraling is een van de meest energetische elektromagnetische straling.

Radioactiviteit komt in de natuur voor. Een dergelijke natuurlijke radioactiviteit komt bijvoorbeeld van uranium, polonium, radium of thorium. Onderzoekers zoals Antoine Becquerel, Pierre en Marie Curie ontdekten deze radioactiviteit rond het jaar 1900.

Wat gebeurt er bij het verval van atoomkernen?

Wanneer een neutron een atoomkern raakt, splitst de atoomkern zich in kleinere atoomkernen. Bij deze splitsing komt energie vrij, de radioactieve straling. Nieuwe neutronen worden ook gecreëerd, die terugveren op een andere atoomkern. Dit is een nucleaire reactie. De energie die het gevolg is van de splitsing wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken.

Radioactiviteit wordt gemeten met de zogenaamde Geigerteller. Dit apparaat meet de stralingsintensiteit in de Becquerel- eenheid. Een Becquerel geeft het aantal atoomkernen aan dat in één seconde vervalt. Er is ook een andere maateenheid, rem of millirem. Deze eenheid meet de blootstelling aan straling aan levende wezens.

Waarom is radioactiviteit goed?

Mensen hebben gebruik gemaakt van de radioactiviteit. Allereerst zijn de gammastralen nuttig. Een arts kan het gebruiken om het menselijk lichaam te verdraaien. Dus hij kijkt naar binnen, zonder iemand te snijden. De stralen gaan door het lichaam en komen dan bij een film. De stralen verduisteren de film. Maar omdat de stralen bijvoorbeeld nauwelijks door botten gaan, zijn ze duidelijk zichtbaar op de film. Dit proces wordt X-ray genoemd naar zijn ontdekker.

Bovendien worden in sommige apparaten en machines radioactieve stralen gebruikt. Ze zijn verkrijgbaar in rookmelders en worden gebruikt om lasnaden te controleren. De belangrijkste toepassing van kernenergie blijft echter het opwekken van elektrische energie.

Radioactieve ongevallen

Tsjernobyl is een stad in Oekraïne, waar een grote kerncentrale in bedrijf was. Op 26 april 1986 verwoestten twee explosies een reactor van de kerncentrale. De lekkende radioactiviteit vervuilde grote delen van Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne. De radioactieve wolk verplaatst naar de Noordpool, de straling was meetbaar in West-Europa. Dat was het ergste nucleaire ongeval in de geschiedenis. Tegenwoordig is Tsjernobyl als een spookstad. De straling is nog steeds zo hoog dat geen mens daar permanent kan wonen.

Fukushima is een stad in Japan. Wederom werd een grote kerncentrale gebouwd en in gebruik genomen. Op 11 maart 2011 werd deze kerncentrale zwaar beschadigd door een zware aardbeving en de daaropvolgende tsunami, een onvoorstelbaar grote watergolf die ver in het land stroomde. De atoomstraling vervuilde de lucht, de bodem, het water en de planten van de hele regio. Het ongeval is nog steeds niet onder controle. Herhaalde lekken treden op in de beschermmantel van de reactor en radioactief verontreinigd water ontsnapt.