Hoe werken windmolens?

Een windmolen gebruikt wind om elektriciteit op te wekken. Deze structuren worden ook windturbines genoemd. Ze hebben meestal drie, soms slechts twee rotorbladen. Dit zijn langwerpige vleugels, die aan het bovenste uiteinde van de windturbinetoren zijn bevestigd. Wanneer het winderig begint te worden, beginnen de rotorbladen te draaien.

Windturbines kunnen maximaal 200 meter hoog zijn. Ze worden gevonden op het land, op velden, weiden of in bossen, en op zee. Windturbines op zee liggen ‘offshore’, zeggen off-the-wall. Dit is Engels voor “voorbij de kust”. Het betekent in het water. De windturbines in het land worden dienovereenkomstig “onshore” genoemd.

De wind is een bron van ” hernieuwbare energie “. Dus het kan nooit opgebruikt worden. Windenergie is bovendien milieuvriendelijk, omdat er geen verontreinigende stoffen ontstaan. Daarom worden er steeds meer windturbines geïnstalleerd. Sommige mensen zijn bang dat de windmolens het landschap lelijker zullen maken.

Windturbines die op land worden opgesteld, worden “onshore windturbines” genoemd, dat wil zeggen windturbines op land. De toren kan tot 150 meter hoog zijn tot aan de top. Hun rotorbladen zijn maximaal 65 meter lang. Ze worden vaak gebouwd op zeer winderige locaties, bijvoorbeeld in de buurt van kusten of op hoge bergen. Wanneer het winderig wordt, beginnen de windturbines elektriciteit op te wekken. De hoeveelheid elektriciteit van een enkele moderne windmolen zou voldoende zijn om duizend gezinnen van stroom te voorzien.

Windturbines op het land worden meestal niet alleen geïnstalleerd, maar in windparken. Er zijn vaak meer dan 20 windturbines. Je bouwt het zo omdat het veel goedkoper is voor het bedrijf. Bovendien hoeven ze niet zo ver naar de volgende windturbine te rijden, als je bijvoorbeeld iets moet repareren. Niet alle mensen vinden het leuk wanneer grote windturbines in de buurt van hen worden opgesteld. Daarom zijn er vaak protesten tegen geplande windturbines. Veel mensen denken dat de geluiden van de windmolens veel te luid en storend zijn.

Windturbines op zee staan ​​vaak een paar mijl voor de kust in zee. Dat doe je zodat ze de mensen in de kustplaatsen niet storen. Je moet de windmolens meerdere keren per jaar controleren om ze goed te laten werken. Dit is moeilijker dan op het platteland en daarom duurder.

Maar op zee waait een sterkere wind dan op het platteland. De rotorbladen van deze windmolens zijn tot 85 meter lang, zo lang als een groot vliegtuig. Zo’n fiets kan 8000 gezinnen van stroom voorzien.