De eerste zorg bij een hondebeet is hondsdolheid. Deze virusziekte, meestal overgebracht door dieren in het wild, kan ook worden verspreid door honden en katten. Een dolle hond gedraagt zich vreemd, bijt zonder enige aanleiding en heeft soms het schuim op zijn bek. Als u bent gebeten door een loslopende hond, en als u zijn ‘baas’ niet kunt vinden, was de wond met water en zeep en ga onmiddellijk naar een dokter. Hij zal waarschijnlijk een tetanus-injectie geven. Injecties tegen hondsdolheid zijn lang niet altijd nodig bij een hondebeet. Probeer voor alle zekerheid de bijtende hond te laten vangen om hem ter observatie naar een dierenarts te brengen. Vraag de eigenaar, als hij bekend is, zijn dier tien dagen te observeren. De wond zelf kan, als hij gaat zwellen, behandeld worden als een gewone snee. Ga naar een dokter als de wond diep is of als er een litteken zou kunnen ontstaan.