jaargetijden

De 4 jaargetijden zijn de zomer, de herfst, de winter en de lente. Zij ontstaan doordat de aardbol niet rechtop maar schuin staat ten opzichte van de zon. Door deze schuine stand schijnt de zon het ene halfjaar meer op het noordelijk en het andere halfjaar meer op het zuidelijk halfrond. Als zij het meest op het noordelijk halfrond schijnt, is het daar zomer en op het zuidelijk halfrond winter. De jaarge tijden komen overal op aarde voor, behalve in de tropen. Daar bestaan geen zomer en winter, maar wel een droog en en nat seizoen.