In het algemeen kan men zeggen dat we eerst het vet uit de jus moeten verwijderen. Dat doen we met wasbenzine of tetra. De vlek die dan nog resteert, halen we weg met een oplossing van warm water en een scheut ammonia.
Hiermee hebben we de jusvlek wel ongeveer gehad, maar afhankelijk van het materiaal waarin de vlek zit, moeten we voorzichtig de beste methode kiezen.
Ongenuanceerd zouden we kunnen aanraden de jusvlek eerst met een warm sop te behandelen, als dat geen oplossing biedt, met natriumperbonaat (5%) en als dat niet afdoende zou zijn met trichloorethyleen. Dit werkt gegarandeerd, maar we lopen wel een paar risico’s. Als we risico’s zoveel mogelijk uit de weg willen gaan, behandelen we ongekleurde katoenen en linnen stoffen door het weefsel eerst uit te koken in heet sop en daarna te behandelen met ossegalzeep.
Tere stoffen (wol, zijde of synthetische stoffen) behandelt u eerst met lauw sop, daarna met trichloorethyleen of wasbenzine en tenslotte met ossegalzeep.