Lakken – Meubels bespuiten of vernissen met lak

Moderne laksoorten bevatten niet alleen een deklaag voor het hout, maar tevens van beschermend impregneermiddel. Er bestaan zowel transparante kleurlakken als kleurloze, blanke lak. Helaas is een nadeel van lak dat het zo lastig is op te brengen, het droogt buitengewoon snel.
Bereid het hout op de gebruikelijke manier voor; schuur het, maak het schoon en vul gaatjes met vloeibaar hout of stopverf. Lak niet over oude verfof vernislagen heen, verwijder die eerst.
Wegens de korte droogtijd wordt lak vaak gespoten; koop een spuitbus voor kleine oppervlakken, gebruik een sifon met patronen voor grotere. Zet het te lakken voorwerp zo neer, dat het probleemloos aan alle kanten kan worden gelakt zonder het te hoeven aanraken. Zet er een scherm achter om mis gespoten lak op te vangen.

Werk van boven naar onder, beweeg de spuit heen en weer in lange, horizontale banen. Spuit aan een stuk door, ga aan het eind van het overvlak iets lager terug. Spuit tussen elke twee banen nog een derde. Houd de spuit op dezelfde hoogte als het gedeelte waarmee u bezig bent. Spuit met een masker op, oefen eerst op karton.
Lak die met de kwast wordt opgebracht, droogt iets langzamer, zij het niet veel. Gebruik een brede, zachte kwast, breng de lak royaal op in één lange, horizontale haal. Veeg alle druipers tegelijk weg met een doorlopende haal. Zet de volgende streek voor de eerste hard wordt, zorg dat de lak de hoeken net overlapt.
De meeste voorwerpen moeten twee of drie keer worden gelakt -en intensief gebruikte oppervlakken zoals tafelbladen zelfs vaker. Breng de tweede laag bij gespoten lak na een uur op, bij de kwast na twee uur. Laat het na drie lagen een nacht drogen. Schuur alleen om oneffenheden weg te werken.