Ofschoon luizen door de verbeterde hygiëne steeds minder in Nederland voorkomen, is de plaag zeker niet in zijn geheel uitgeroeid.
Een luis is een vleugelloos insekt, soms ten onrechte vlo genoemd, dat leeft van het bloed van dieren en mensen. Drie soorten leven als parasieten op mensen. De meest voorkomende is de kleerluis. Hij leeft en legt zijn eieren in de naden en kreukels van kledingstukken. Hij bijt de mens om bloed op te zuigen. Hij is 2,5 tot 5 mm groot.
De tweede soort heet platluis of schaamluis. Deze is iets kleiner. Hij nestelt zich in de huid ter plaatse van de schaamharen, maar soms ook in okselen oogharen. De hoofdluis ten slotte leeft op de schedel. Het vrouwtje legt kleine, plakkende eitjes (neten) die zich aan het haar hechten.
Kleerluizen kunnen vlektyfus verbreiden. Schaamen hoofdluis brengen voor zover bekend geen ziekte over. Door beten en opengekrabde plekken kunnen echter wel secundaire infecties ontstaan. Kledingstukken met luizen moeten in kokend water gewassen en gesteriliseerd worden. Hoofdluizen en hun neten kan men meestal verwijderen door het haar een paar keer grondig te wassen met medicinale zeep. Kam het haar regelmatig uit met een fijne stofkam. Gebruik geen insecticiden omdat vele soorten daarvan ook voor de mens giftig zijn. Raadpleeg een arts als de plaag hardnekkig is.