Peterselie

Peterselie is een winterhard tweejarig kruid, dat eigenlijk in geen enkele tuin mag ontbreken. Veel mensen denken dat net moeilijk te kweken is, maar dat valt wel mee. De zaadjes doen er lang over om te ontkiemen, soms wel een week of zeven. In die tijd hebben ze veel aandacht nodig: vaak water geven en een plek die een gedeelte van de dag schaduw heeft. Op een zanderige bodem groeit peterselie minder goed dan op een leemachtige of zelfs kleibodem. U moet het kruid in rijen zaaien die zo’n 20 cm van elkaar liggen. Als de zaailingen ongeveer 3 cm groot zijn, moet u gaan uitdunnen zodat ze 7 cm en ten slotte 20 cm uit elkaar staan. Een gouden regel is dat peterselieplanten elkaar niet mogen raken. In het eerste jaar kunt u overigens al vanaf juni tot in de winter oogsten, zorg er wel voor dat u er niet te veel vanaf haalt, want dat belemmert de groei. Als het u lukt om de planten niet in zaad te laten schieten kunt u zelfs in de winter door oogsten tot aan de volgende zomer. Het tweede jaar is overigens het jaar dat de peterselie zaad gaat zetten, en de smaak van de blaadjes gaat dan ook langzaam achteruit.
Binnenshuis doet het kruid het ook goed, vanaf februari kunt u al zaaien. De grond moet echter wel veel rijker zijn dan buiten en u moet in ieder geval zorgen voor een goede afwatering. Voor de rest verschilt de kweek eigenlijk niets met die van buiten. De vensterbank is een uitstekende plek. Het kruid kan ook gedroogd worden, maar als u elk jaar zaait, hebt u in principe elk jaargetijde verse peterselie en die is toch veel lekkerder. Peterselie kan men eigenlijk in elk gerecht verwerken, zij heeft namelijk minder een eigen smaak dan dat ze de smaak van andere ingredienten omhoog haalt. Het kruid mag niet meekoken, maar moet altijd vers op het laatste moment toegevoegd worden. Vaak wordt peterselie als garnering gebruikt, het heeft namelijk een leuke, frisse groene kleur.