Praktisch en gemakkelijk tegels zetten

Of men nu keramische tegels neemt of tegels van kunststof of lichtmetaal, met het hier afgebeelde plaksysteem kan men ze op iedere ondergrond aanbrengen.

In allerlei kleurschakeringen, met diverse patronen en structu-ren en in verschillende afmetingen zijn de keramische wand-en vloertegels in de handel verkrijgbaar. De kwaliteit van de keramische tegels hangt niet alleen af van de slijtvastheid van het glazuur, maar ook van de samenstelling van de scherf, het basismateriaal van de tegel. De scherf van de aardewerktegel bestaat uit verschillende percentages klei, kaolien (porceleinaarde) en harde stoffen als kwarts, krijt of kalk. Deze tegels zij poreus en dus niet voor buitenwerk geschikt.
Door speciale glazuren direkt na elkaar op de tegel aan te brengen, kan men bijzondere structuren of verschillende vormen van relief verkrijgen.
Bij het bakken van het glazuur versmelt het glazuur met het oppervlak van de scherf en krijgt daarbij de uiteindelijke kleur en oppervlaktestructuur.
Grestegels onderscheiden zich van aardewerktegels door een dichte, vorstvrije en door en door gekleurde scherf. Grestegels worden geglazuurd en ongeglazuurd verkocht. Na het opbrengen van de lijm met de rechte kant van de lijmspaan, wordt hij met de getande kant’doorgekamd’. Laag-dikte: al naar de ondergrond tussen 4 en 8 mm.
Tussen de horizontale voegen worden afstandstroken van 2 mm dik hardboard gelegd. Deze stroken moeten binnen 30 min. worden verwijderd! Het gebruik van een elastieken richtsnoer vereist een goed timmermansoog. De bovenkanten van de tegels moeten gelijk komen met het snoer. Zorgvuldig richten! Tegelkruisjes vergemakkelijken het betegelen. Ze zijn praktisch en niet duur. Bij randtegels knijpt men de ene kant van het kruisje eenvoudig met een tang af.

Zo snijdt men randtegels af: de snijmal op de vereiste breedte instellen en dan krachtig met de kraspen langs de Iiniaal het glazuur inkrassen.
De tegel wordt daarna gebroken: de ingekraste kant op een vlakke ondergrond op een rechte pen leggen en door aan weerszijden kort te drukken de tegel breken.
Eventueel noodzakelijke gaten worden met een viltstift afgetekend. De tegel op een vaste ondergrond leggen en met een metaalboor het gat rondom uitboren. Inkepingen moet men millimeter voor millimeter met de tang uitbreken. Steeds kleine stukjes afknijpen, anders breekt de tegel juist waar we het niet willen hebben. Met een rubber spatel wordt het voegmiddel aangebracht. Men moet dit vast in de voegen drukken. Na 10 a 20 minuten het teveel aan voegmiddel afwassen. Afsluitende voegen moeten met siliconenkit, dat altijd elastisch blijft, worden gevuld. Dit kan men het beste met een spuit doen. (Gelijkmatig drukken!) De voeg wordt met de vinger, die in water met een afwasmiddel is gedoopt, gladgestreken. Nu direkt het plakband verwijderen, dat voor een rechte voeg diende.