Reisverslag Portugal

PortugalOp een dag kreeg een groep vakantiegangers genoeg van de Spaanse costa ‘s waar ze moesten vechten voor een ligstoel. Ook kwamen ze altijd hun buren, waar ze toch al zo’n hekel aan hadden, in dezelfde bars tegen. ‘Weetje wat’, dachten ze, ‘we gaan een land verderop. Naar Portugal. Onbedorven stranden, geen hoogbouw langs de kust en de buren kunnen het niet betalen omdat het veel duurder is dan een Spaans appartementje.’ De Portugezen hadden allang op die kans gewacht. Ze hadden met een scheef oog de ontwikkelingen aan de Spaanse kust gadegeslagen en waren tot de conclusie gekomen dat ze die drommen strandgangers die zo goedkoop mogelijk van de zon wilden profiteren, konden missen als kiespijn. Even kwam de klad in die exclusieve gedachtengang toen zowel Angola als de dictatuur werden losgelaten, maar het duurde niet lang of de trouwe Algarve bezoekers waren over hun schrik heen en kozen weer als van ouds Portugal. Slechts weinigen bezoeken het land Portugal.

De Algarve wordt voornamelijk bezocht door mensen die het iets breder kunnen laten hangen dan de gemiddelde vakantieganger en bereid zijn voor een beter hotel en een rustiger strand j wat meer geld neer te leggen. De Portugezen komen aan die wens 1 tegemoet door nergens aan de Algarve kust betonnen hoogbouw j neer te zetten. Wel luxe tot zeer luxe hotels, compleet met casino 1 en zoetwaterzwembad. Vaak half ingebouwd in de rotsen en voor zover ik aan de hand van de foto’s en omschrijvingen kan  oordelen, zeker niet de lelijkste. Ondanks het groeiend aantal; hotels zijn grote delen van de kust nog bijzonder rustig, zelfs nog niet ontdekt door vakantiegangers.

Portugal strandenDe stranden hebben scherp gesneden klippen, bloedrode; rotsen en de pijnbomen komen tot pal aan zee. Als je van zo’n : strand wilt genieten, kun je onderdak zoeken in het dorpje Zagres  dat behalve over twee café’s en een oude kerk ook over een comfortabel hotel beschikt. Ik zou je de namen van menig” onbekend strand kunnen geven, als ik maar kon achterhalen

Iwaar je ze precies kunt vinden. Het Portugees Verkeersbureau was wel zo vriendelijk talloze onbekende strand namen te verstrekken maar kon niet vertellen wáár die ergens aan de Algarvekust te vinden waren. Met recht onbekende stranden dus.

Ongebreidelde jolijt zoals in Spanje moet je hier niet zoeken. Natuurlijk is er vermaak maar dat verloopt wat gedistingeerder, wat meer afgestemd op die mensen met de wat bredere beurs.

van faro tot spanje

Een stuk Algarvekust dat de Sotavento genoemd wordt. Het is er minstens 2 graden warmer dan aan de meer westelijk gelegen kust. Overwinteraars die voor hun zon niet helemaal naar Madeira of de Azoren willen, strijken hier graag neer. Uiterst westelijk ligt Faro, waar alle charters met badgasten landen. In Faro, een drukke havenstad, vindt je alle stadsvertier dat voor een toerist die wat wil zien en beleven maar nodig is. Als je de lagune van Faro met een bootje oversteekt, kun je op een mooi strand gaan liggen. De stad heeft een kleurige markt, een oude stadswijk met kleine café’s en als je wat escudo’s over hebt kun je in de Rua de Santo Antonia je kooplust botvieren op juwelen, borduurwerk, aarden potten tot beeldjes van olijfhout toe. Je kunt in Faro ook heel lekker eten, vooral vis. Helemaal oostelijk, pal tegen Spanje aan, ligt het grensplaatsje Vila Real. Niet ver van Real ligt Monte Gordo dat vanwege z’n mooiste strand in de hele provincie uitgegroeid is tot een druk bezochte toeristenplaats. Als de hotels je te duur zijn, kun je ook met een tent of caravan terecht op de door bos omgeven camping.

onder de zeespiegel

In Quinta do Paraiso is een centrum opgericht van waaruit je kunt duiken, waterskiën, grotten verkennen per rubberboot en achter een speedboot aan, hangend aan een parachute, op een hoogte van vijftig meter boven het water kunt zweven. Geen zaken om even tijdens een verloren middag te leren en meteen onder de knie te krijgen. Maar voor de zeiltochten met de antieke Portugese fregatten, die je na een zeiltocht op open zee bij een stil strand afzetten om te barbecuen, heb je geen cursus nodig.

de azoren

Portugal AzorenEen stukje Portugal midden in de Atlantische oceaan zo halverwege Europa en Noord Amerika. Negen eilanden, die samen de Azorengroep vormen. Tot voor kort lagen ze er nogal vergeten bij totdat een paar ondernemende toeristen ontdekten dat er bijna geen plek ter wereld is waar je, vooral ‘s winters, zo’n goed vakantieklimaat had. Zachte winters en getemperde zomers met temperaturen van constant zo’n 21 graden. Uitstekende stranden, verschrikkelijk veel wonderlijke bloemen en groene heuvels met onverwachte heldere meertjes. Op het eiland Sao Miguelligt op de bodem van een reusachtige vulkaankrater een prachtig tweelingmeer. In Vale das Furnas liggen, omringd door’ een wonderlijke natuur, warme geneeskrachtige bronnen.

Op het eiland Pico kun je de 2351 meter hoge Monte Pico beklimmen, die z’n top tot in de wolken steekt. Je eet op Pico voortreffelijk visgerechten, maar ook de kazen die de boeren zelf maken mogen er zijn. Je drinkt uiteraard de witte Verdelhowijn, waar ik ter aanbeveling over kan zeggen dat. de rijken in het tsaristisch Rusland er ook dol op waren.

Op het eilandje Faial vond in 1957 aan de westzijde bij Capelinhos een forse vulkaanuitbarsting plaats die heel wat lava over de bodem uitstortte. Die erupties hielden maandenlang aan. De wijde omgeving ziet er nu ook uit alsof er een maanlandschap is nagemaakt.

Natuurvrienden spoeden zich van het hoofdeiland per bootje naar het eiland Corvo. Daar is maar een dorpje, Rosario geheten, met 500 inwoners. Absolute rust is daar nog heel gewoon en geen van die 500 dorpelingen heeft ooit van ‘voordeur op slot doen’ gehoord.

op bedevaart

In de driehoek tussen de stadjes Tomar, Leiria en Caldas da Rainha, vindje niet alleen heerlijke wijnen maar ook het stadje Fatima. Wereldberoemd geworden door de wonderen die er in mei 1917 gebeurd zijn. Twee kinderen zagen er keer op keer de heilige maagd Maria tussen de korenvelden landen. De paus ging tenslotte ook door de knieën en verhief Fatima in 1930 officieel tot bedevaartplaats. Van mei tot october komen iedere twaalfde van de maand duizenden pelgrims bij elkaar die in processie over de boulevard naar de basiliek, waar de verschijning woont, trekken.

watergeweld

Als je eens wilt zien hoe formidabel de kracht van de oceaan kan zijn, moet je naar de Boca do Inferna gaan, dat op zo’n twee kilometer van de populaire Algarve-badplaats Cascais ligt. Het zeewater heeft daar een 20 meter hoge rotswand doorboord en bij vloed slaan huizenhoge golven met donderend geraas tegen de gebroken kust en stromen woest schuimend terug. Dit schouwspel noemen de Portugezen ook terecht ‘De Hellemond’.

sjiek met visgeur

Cascais, op twee kilometer van de Hellemond, is een badplaatsje dat nog een beetje aarzelt of het een echte vissersplaats moet blijven of zich moet overgeven aan de mondaine wereld die hier z’n vrije tijd komt doorbrengen. De haven is nog in vol gebruik. Als de vissersschepen aan het eind van de middag met hun vangst binnenlopen, wordt de vis meteen op de veiling aan de man gebracht. Een paar uur later kun je die verse vis, gebakken of gegrilld, gaan eten in een van de kleine restaurants aan de haven of in het oude stadscentrum.

ook een venetië

Amsterdam heet het Venetië van het noorden, Bangkok wordt wel het Aziatisch Venetië genoemd. Geen wonder dat er ook in Portugal wel een plaats te vinden is die het Portugese Venetië wordt genoemd. In Aveiro, een kilometer of vijftig onder Porto wemelt het van de kanalen en grachtjes in de oude stad. Die waterwegen voeren naar een uitgestrekte lagune, die ervoor gezorgd heeft dat Aveiro een toeristische bezienswaardigheid werd. De zeewiervissers varen er nog steeds rond in hun ‘moliceiros’, maar daarnaast zie je ook menige speeden zeilboot in de lagune. De duinen eromheen moeten zo’n bijzondere natuurpracht herbergen dat de Portugese regering het duinlandschap tot beschermd gebied heeft verklaard. De stranden zijn uitgestrekt, het water ondiep en vrij van stroming. Een ideale plek om te leren zwemmen als dat er nog niet van gekomen mocht zijn. En je zit dicht genoeg bij de portstad Porto, die wij Oporto noemen, om een prima glas portwijn te drinken.