Roeien

Ga steeds in het midden van de roeiboot zitten, rechtop en met het gezicht naar de achterkant van de boot. Controleer of de roeiriemen goed vastzitten. Pak de roeiriemen zodra de boot van de kant geduwd is en buig het lichaam voorover, zodat de riemen schuin naar de voorkant van de boot wijzen. Door nu het bovenlichaam naar achteren te bewegen en de ellebogen te buigen, trekt u de bladen van de riemen door het water; u trekt als het ware de boot vooruit. Wanneer deze beweging voltooid is, duwt u op de riemen, zodat deze boven het wateroppervlak uitkomen; u brengt dan de bladen van de roeiriemen weer naar de voorkant van de boot door de armen te strekken en voorover te buigen. Door deze handelingen ritmisch te herhalen, zult u de boot keurig op koers houden. Door de bladen van de riemen naast u in het water stil te houden mindertuvaart.

Bochten maken wijst zich vanzelf: voor een bocht naar rechts houdt u de linker roeiriem even stil, voor een bocht naar links de rechter riem (u zit met uw rug naar de vaarrichting).