Scheidingswand

Een scheidingswand op basis van een houten raamwerk kan gemaakt worden met behulp van spijkers en een aantal houten regels van 50 x 75 mmo Verwijder tijdelijk de plinten (en de eventuele kroonlijsten) van de muren waartussen de nieuwe wand wordt bevestigd. Later kunnen ze weer op hun plaats worden gezet.

Zoek in voorkomende gevallen (in oudere huizen meestal) naar de verticale latten achter pleisterwerk en naar verborgen zolderingsbalken; de scheidingswand kan hierop vastgemaakt worden. Breng de positie van eventuele zolderingsbalken met behulp van een schietlood over op de vloer; doe dat op meerdere punten.

2 keer met een rechte lijn de positie van de scheidingswand. Leg op of langs die lijn een regel van de juiste lengte en spijker (of schroet) die vast aan de vloer. Zet het raamwerk in elkaar. Het bestaat uit houten regels (50 mm dik, 75 mm breed), die vastgespijkerd worden aan een tweede onderregel en aan een bovenregel. De verticale regels moeten passen tussen bovenregel en tweede onderregel. Plaats de verticale regels, van hart tot hart gemeten, 40 of 60 cm uiteen, afuankelijk van de vraag of het raamwerk straks bekleed wordt met gipsplaat van 9,5 of 12,5 mm dik. Teken de positie van iedere verticale regel af op de horizontale regels en spijker ze daaraan vast, telkens met twee schUin ingeslagen spijkers.

Voor een deuropening is in het Iraamwerk een extra horizontale deurregel nodig. Plaats deze tussen twee verticale regels en verdeel de ruimte erboven met een korte, verticale regel.

Zet het raamwerk overeind op de onderste onderregel en klem het vast met kleine, houten wiggen. Controleer met schietlood en waterpas of het recht staat. Spijker het eerst vast tegen de wanden en vervolgens tegen het plafond en de onderste onderregel. Zaag op de plaats van de deur een stuk van de juiste afmetingen uit de twee onderregels.

Plaats een deurkozijn tussen de deurregels. Breng zonodig bedrading aan binnen het raamwerk en bekleed het vervolgens met gipsplaat (of een ander, licht materiaal, hardboard bijvoorbeeld).
slechs één nieuwe verflaag nodig hebben. Alleen als de aanwezige verflagen erg verweerd zijn, zal er twee keer geschilderd moeten worden.

De meeste oppervlakken kunnen geschilderd worden met een kwast of een roller. Voor het schilderen van metselwerk e.d. zijn speciale rollers met noppen in de handel.

Tot de voorbereidingen behoren
het repareren van beschadigde buitenbekleding, het verzinken van uitstekende spijkers en het repareren van scheuren en andere beschadigingen. Verwijder afbladderende verf en repareer barsten en scheuren in het schilderwerk.

Maak vuile oppervlakken schoon met een reinigingsmiddel; spoel goed af en laat geheel opdrogen. Schuur alle afgekrabde en opgevulde delen goed op en breng op die plaatsen zo nodig een laag grondverf aan (vraag de verfuandelaar naar de juiste soort). Onthoud dat de enige manier om een goed resultaat te krijgen, een gedegen voorbereiding is.