Spreekbeurt Kleine panda

Kleine pandaDe kleine panda is 35 tot 40 centimeter groot. Van zijn kop tot zijn staart is de panda 80 tot 110 centimeter lang. Zijn staart is dus net zo lang als de rest van zijn lichaam. De panda’s hebben een dikke, roodbruine vacht met witte en zwarte vlekken. Deze vacht beschermt hen goed tegen de kou. Ze kunnen hierdoor wel slecht tegen de warmte van de zon. Het is dan ook een schemerdier. Dit betekent dat hij vroeg in de ochtend en avond actief is. Op deze momenten van de dag is het namelijk minder warm. De kleine panda is een goede klimmer en brengt zijn tijd vooral door in bomen. Hun poten zijn breed en hebben nagels die ze gebruiken bij het klimmen. Onder de voetzolen zitten haren waardoor ze minder snel uitglijden op natte takken. Ook beschermt die vacht onder de poten deze tegen de kou. Als een panda loopt, loopt hij met een kromme rug en zijn staart in de lucht.

Waar leven Kleine panda’s?
Kleine panda’s leven in het Hymalaya gebergte in Azië, op hoogtes van 2000 tot 4800 meter. Ze leven daar in bamboebossen. Overdag slapen ze meestal in de bomen. Zij liggen dan helemaal opgerold en gebruiken hun staart als kussen of deken. In de winter zijn panda’s soms ook overdag actief. Dit omdat het dan niet zo warm is.

Wat eten Kleine panda’s?
De kleine panda heeft het gebit van een vleeseter. Toch eet hij vooral plantaardig voedsel: bamboegras, plantenwortels en vruchten. Soms eten ze ook wel jonge vogels, knaagdieren, eieren en honing. Ze drinken door het water van hun poten af te likken of op te slurpen.

Familie
Kleine panda’s leven meestal alleen en zoeken elkaar op in de paartijd. Ze hebben allemaal een gebied voor zich zelf. Dit noemen we een territorium. Het gebied van een man is groter dan dat van een vrouw. In het territorium van een mannetje zitten dan ook gebieden van verschillende vrouwtjes. Kleine panda’s praten met elkaar door het maken van geluiden. Ze fluiten, piepen, tjilpen, proesten en blazen.
Kleine panda
Een vrouwtje dat drachtig is maakt een nest van takken, bladeren en gras in een (holle) boom. Hierin worden de jongen geboren. Een jong is ongeveer 15 centimeter lang en weegt 100 tot 150 gram. De ogen en oren zitten nog dicht. Deze gaan pas na drie weken open.

De eerste dagen na de bevalling blijft een moeder bij haar jongen. Later gaat ze weg om voedsel te zoeken en komt dan terug om haar jongen te verzorgen. Na ongeveer 2,5 maand gaan ze voor het eerst met hun moeder mee het nest uit. Als een jong zijn moeder kwijtraakt, maakt hij een blatend geluid. Zo kan zijn moeder hem weer vinden. Een moeder draagt het jong dan in haar bek naar het nest terug. Na een jaar drinkt het jong geen moedermelk meer en kan het voor zichzelf zorgen. Het verlaat zijn moeder dan om zelf een gebied te veroveren.

De kleine panda is een bedreigde diersoort. Men denkt dat er nog minder dan 2.500 in het wild leven. Dit komt doordat mensen de bossen kappen waarin deze dieren leven. Het hout wordt gebruikt in de industrie. Ook worden er dieren gedood om hun vacht en gevangen om te verkopen als huisdier.

Wist je dat…
… de kleine panda ook wel ‘rode panda’ wordt genoemd?
De naam ‘rode panda’ verwijst uiteraard naar de mooie donkerrode vacht van de kleine panda.

… de kleine panda zich wast zoals een kat?
Hij likt de zolen van zijn voorpoten en wrijft daarmee over zijn kop en oren.

… kleine panda’s geen beren zijn?
Na onderzoek bleek dat de kleine panda tot een ‘eigen’ familie behoort.

… kleine panda’s in dierentuinen ‘panda-biscuit’ of ‘panda-cake’ krijgen?
Hierin zitten voedingsstoffen die zij nodig hebben. Dit voer is ontwikkeld na de International Red Panda Conference in 1987 in Rotterdam.