Strijken

Strijk gewassen kleren bij voorkeur als ze nog vochtig zijn. Vocht ze zo nodig met de plantenspuit in en rol ze op, zodat het water goed in het textiel kan trekken.

Sorteer de kleding vóór het strijken; bestudeer het textieletiket. Begin met de kleren waarvoor het strijkijzer in de koudste stand moet staan en eindig met katoen of linnen.
Strijk donker textiel en stoffen van kunststof en zijde liefst aan de verkeerde kant om te voorkomen dat ze gaan glimmen. Strijk kreukels uit wol eruit met een natte perslap; haal het strijkijzer niet over de wol heen en weer maar til het telkens op. Nog beter is het om een stoomstrijkbout te gebruiken.

Geborduurd en geappliceerd textiel moet bij voorkeur aan de verkeerde kant gestreken worden; bedek de strijkplank met een ruwe doek.

Rokkenenbroeken
Strijk eerst de tailleband, leg deze om het uiteinde van de strijkplank. Strijk een plooirok in gedeelten; strijk eerst tot zo’n 10 cm onder de tailleband en draai de rok tijdens dit karwei voortdurend. Strijk de verdere plooilengte per plooi in één keer. Strijk rokken waarin geen plooien zijn geperst, van de zoom naar de taille.

Strijk bij broeken eerst de bovenkant. Leg de pijpen dan op elkaar op de strijkplank; zorg dat de naden precies op elkaar vallen. Strijk eerst de bovenste pijp, vouw deze dan naar achteren en strijk de onderste. Draai de broek dan om en herhaal deze procedure. Pers er dan met een vochtige perslap pijp voor pijp plooien in.

Blouses en overhemden
Strijk katoenen overhemden als ze nog vochtig zijn en zonder stoom te gebruiken. Leg de kraag plat op de strijkplank, met de verkeerde kant naar boven en strijk van de punten naar het midden. Draai het overhemd om en herhaal deze procedure.

Strijk vervolgens de mouwen. Begin met de boorden -eerst de binnenkant en dan de buitenkant. Leg de mouw plat op de strijkplank, trek de stof glad zodat er geen plooien meer in zitten en strijk de vooren achterkant. Trek de schouders over het uiteinde van de strijkplank om ze in vorm te kunnen strijken. Strijk dan de rug van het overhemd; vouw het open en strijk de naden eerst plat aan de binnenkant, daarna aan de buitenkant. Strijk bij overhemden met een zak eerst de binnenkant van deze zak. Strijk daarna de voorkant in twee gedeelten -op dezelfde manier als de rug. Hang het overhemd tot slot op een kleerhanger. Berg het pas op nadat het goed is uitgedampt en gedroogd.

Strijk overhernden van synthetische of gernengde garens op dezelfde rnanier, rnaar zet het strijkijzer in een lagere stand -deze is aangegeven op het wasetiket.

Begin ook bij blouses roet de kragen en rnanchetten -strijk ze eerst aan de verkeerde kant, daarna aan de goede. Strijk verhoogde of geplooide rnouwen in rnodel roet behulp van een rnouwplankje, trek alle andere rnouwen via de schouderinzet over het uiteinde van de strijkplank orn ze glad te strijken. Gebruik de punt van het strijkijzer voor het gladstrijken van de rirnpels in aangeripelde mouwen.