Suikerziekte

Diabetes mellitus of suikerziekte, gewoonlijk aangeduid met de naam diabetes, is een ziekte waarbij het lichaam niet in staat is het gebruik van suikers als bron van energie te beheersen. Bij de vertering van voedsel worden koolhydraten in de vorm van glucose in het bloed opgenomen. Gaat de glucosespiegel van het bloed dientengevolge omhoog, dan brengt de alvleesklier het hormoon insuline in de bloedbaan, waardoor het mogelijk wordt glucose in de weefsels op te slaan in de vorm van glycogeen en later te gebruiken.

Bij een diabetespatiënt schiet de insulineproduktie te kort. In ernstige gevallen komt er in het geheel geen insuline vrij. De glucose wordt dan niet door het lichaam verbruikt, maar hoopt zich op in het bloed en wordt ten slotte ongebruikt aan de urine afgegeven. Dit dwingt de patiënt tot een verhoogde produktie van urine, zodat hij dorstig wordt, afvalt en zich slap voelt. Bij vrouwen kan irritatie van de genitaalzone optreden.

Op den duur kunnen zich compli caties ontwikkelen door abnormaliteiten in de structuur van de bloedvaten, waardoor ogen, nieren, hart en benen aangedaan kunnen raken. Bij behandeling in een vroegtijdig stadium wordt een dergelijke ontwikkeling voorkomen dan wel sterk vertraagd.

In geval van ernstige diabetes geven de opgeslagen lichaamsvetten vetzuren af aan de bloedsomloop. Deze worden dan in plaats van glucose als energiebron gebruikt. Daarbij produceren zij schadelijke stoffen, de zogenaamde ketonen. Indien dit onbehandeld blijft, leidt het tot ketoacidose, diabetisch coma en ten slotte de dood.

Behandeling
Een aangepast dieet met weinig koolhydraten is essentieel bij alle vormen van behandeling. Het doel daarbij is te komen tot een uitgebalanceerde voeding, die enerzijds voldoet aan de behoefte van de patiënt en anderzijds zijn gewicht op een normaal peil houdt. Bij zwaarlijvige patiënten is gewichtsverlies van doorslaggevend belang. Bij de behandeling van tal van diabetici van middelbare en hogere leeftijd kan hiermee zelfs worden volstaan.
Wat men zelf kan doen!
Alvorens zelf maatregelen te nemen, moet eerst de diagnose gesteld worden Zodra dit gebeurd is, wordt de patiënt persoonlijk betrokkenbij:

Geregelde contro.le De arts controleert de bloedsuikerspiegel.. Op zijn aanwijzing kan de patiënt ze.lfde urinesuiker controleren

Dieet houden volgens aanwijzing, speciaal ten aanzien van vetten, eiwitten en koolhydraten

Regelmatig eten. Geen maaltijden overslaan.
Tabletten innemen of insuline inspuiten, op vaste tijdstippen
Het gezin van de patiënt kan een belangrijke steun zijn. De diabeticus moet niet alleen dieet houden, maar verder een normaal leven leiden Bovendien kunnen de gezinsleden letten op ongewone reacties op de behandeling Vooral moet men bedacht zijn op een te lage suikerspiegel

Leefgedrag
Belangrijk is dat de diabeticus zich zo nauwkeurig mogelijk op de hoogte stelt van zijn ziekte: hoe het lichaam de suikerspiegel regelt, de werking van insuline, de betekenis van verschillende voedingsmiddelen, lichaamsbeweging, hoe te handelen bij ziekten, enz. Het is verstandig lid te worden van een patiëntenvereniging.

De patiënt mag zijn leven niet door de ziekte laten overheersen. Als hij zich houdt aan enkele eenvoudige, door de arts voorgeschreven leefregels, hoeft hij maar weinig bezigheden achterwege te laten. De diabeticus moet zijn vrienden duidelijk maken dat hij niet alles kan eten en drinken. Vooral onderwijzend personeel, familieleden en ouders van vrienden en vriendinnen van een suikerziek kind moeten weten wat hij niet mag hebben.

Een patiënt die insuline spuit, mag alleen autorijden of gevaarlijke machines bedienen als hij op het vastgestelde tijdstip zijn gewone hoeveelheden koolhydraten heeft genuttigd. Regelmatige maaltijden zijn om deze en andere redenen belangrijk. Diabetici moeten, vooral als ze aanleg hebben voor suikertekort, altijd een patiëntenkaart bij zich hebben of een armband dragen waarop staat dat ze suikerziek zijn en wat er in geval van nood gedaan moet worden. Dit is met name van belang in situaties waarin men denkt dat een patiënt dronken is, terwijl hij alleen maar een klontje suiker nodig heeft.

Ouderdomspatiënten krijgen door een slechte doorbloeding en beschadiging van de zenuwen vaak last van
voetklachten en slecht genezende zweren aan het onderbeen. Dagelijks wassen, warme schone sokken en goed passende schoenen zijn daarom belangrijk. Bij problemen van ingegroeide nagels of likdoorns moet de arts worden gewaarschuwd. Hetzelfde geldt voor stoornissen in het gezichtsvermogen. Tijdens vliegreizen of vakanties kunnen moeilijkheden met het dieet ontstaan. Diabetici kunnen daarom het beste altijd hun voedingsmiddelentabel bij zich hebben.