Tapijt leggen

Bij de keuze van de juiste vloerbedekking, hetzij ah vastevloerbedekking of ah tegeh, mag de prijs niet altijd de beslissende factor zijn! Het komt er in de eerste plaats op aan, waar het tapijt komt te liggen en hoeveel het te lijden zal krijgen.
Er bestaan verschillende mogelijkheden voor het leggen van vloerbedekkingen: los neerleggen, over het hele oppervlak vastgelijmd of met dubbelzijdig plakband hier en daar vast-plakken. De eenvoudigste methode om de nieuwe vloerbedek­king vast te leggen is deze met dubbelzijdig plakband vast te plakken. Ook bij drempels moet u dit plakband gebruiken. Wie zijn vloerbedekking volledig wil vastplakken (kunsthars-lijm), heeft diverse mogelijkheden: direkt op de vloer (bijv. cement), op een vastgeschroefde spaanplaat of op los neerge-legde kurkplaat.
Alvorens men het tapijt afsnijdt, de vloerbedekking een dag lang bij normale kamertemperatuur in de kamer uitgerold laten liggen. De banen moeten grof worden afgesneden, zodat ze ca. 5 tot 10 cm te groot zijn. Eerst wordt de eerste baan aan de wand aangepast, dan de hoek pasgesneden. Tegen deurlijsten, vooruitstekende schoorstenen of rondingen eerst het tapijt grof voorsnijden. Bij geweven vast tapijt of bij tapijt met jute rug, snijdt men in vanaf de achterzijde. Xet als bij het behangen, stuit men ook bij het leggen van vloerbedekking vaak op onaangename wijze op de plaatsen, waar tijdens de bouw destijds maar wat geknoeid is! Nog kritischer wordt het vaak bij de ‘normale’ hindernissen, die bij het leggen van een vloerbedekking in de weg zitten: trappen, sokkels, vooruitspringende wanden, verwarmingsbuizen, plinten enz., enz.
U hoeft zich echt niet te generen, om het eerst eens op een afvalstuk of met een papieren sjabloon te proberen! Met de oefening die u hiermee verkrijgt, spaart u op het moment dat het er op aan komt, deze tijd weer uit.

Voor veel vertrekken en bestemmingen is een vloerbedekking van losse tapijttegels praktischer dan een vaste vloerbedekking. In ieder vertrek zijn er nl. ‘paden’, die extra druk belopen worden. Zijn het nu losse tegels, dan is het geen probleem, omdat men alleen maar de slechte door nieuwe hoeft te vervangen. Net zo eenvoudig is het bij brandgaten of hardnek-kige vlekken.
Alvorens uw keuze te bepalen wat betreft kleur en patroon, dient u eerst de juiste kwaliteit te kiezen. Voor appartementen en woningen komen er daarvan meestal slechts twee in aan-merking. Categorie 1: weinig aan slijtage onderhevig, normaal gebruik (slaapkamer, logeerkamer e.a.). Categorie 2: gemiddeldaanslijtageoverhevig, vrij intensief gebruik(woonkamer, gang, vestibule enz.).
Ook de methoden voor het leggen verschillen. Voor net zelf leggen zijn het meest de losliggende en de zelfklevende tegels geschikt. Alleen tegels die veel te lijden hebben van stoelrollen, dient u met een kunstharslijm vast te lijmen. SK-tegels hebben aan de onderzijde een dunne zelfklevende laag. SL-tegels hechten zich door hun gewicht of het profiel van de dragende laag aan de vloer.
Het leggen van tegels is eenvoudiger dan het leggen van de altijd wat onhandige tapijtbanen. Maar bestudeert u wel goed bovenstaand schema! Het laat de kritische punten zien bij het op maat snijden van tegels tegen wanden, in hoeken en op punten die bijzondere aandacht verdienen. Tegen wanden die niet recht zijn, kan het tapijt als volgt worden aangepast: het tapijt ca. 4 cm tegen de wand omhoog zetten, het goed in de hoek drukken en afsnijden. Pasmaken in de hoeken: het tapijt zover mogelijk in de hoek drukken. Dan de hoek omslaan en aan de achterkant in het verloop van de draad verder snijden.
Niet alle kanten zijn zo recht, dat ze direkt tegen elkaar passen. In zo’n geval de banen over elkaar leggen en samen langs de stalen liniaal doorsnijden. Onder een radiator eerst het tapijt aan de wand aanpassen.
Dan het tapijt tot de eerste buis recht insnijden en de gaten op maat rond uitsnijden.
Dubbelzijdig plakband op de vloer vastwrijven (hamer) en de beschermfolie aftrekken. De eerste baan opplakken en de tweede er dicht tegenaan leggen en vast aandrukken. Een ongelijke planken vloer moet eerst met een 19 mm dikke spaanplaat worden ‘geeffend’. De plaat moet met schroefspijkers worden vastgezet. De voegen plamuren! Vaste vloerbedekking kan meestal niet in een keer gelijmd worden, daar de lijm zeer snel droogt. Daarom steeds slechts 1 tot 2 meter in een keer afwerken. De ‘Eternit strook’ is 3,2 mm dik en dient ter effening van kleine onregelmatigheden in parket of planken vloeren. Ook deze stroken worden met schroefspijkers bevestigd. Ook dit is een weet: reparatie van een beschadiging (bijv. Een brandgat) geschiedt als volgt: met de gatenstempel het gat ‘uitstempelen’, een nieuw stuk pasmaken en inlijmen.

Vaste vloerbedekking of vloertegels; geen van beide is echt moeilijk, als men alleen maar even de kneepjes kent! Wij laten u hier een paar technieken voor het leggen zien. Neemt u de gegeven adviezen goed in u op. Een binnencirkel als deze kan men precies uitsnijden, door het stuk tapijt tot aan de ronding in te snijden en dan tegen de rozet zelf de cirkel uit te snijden. Tapijt op traptreden legt men vast met plakband of lijmt men over het hele oppervlak vast. Hier met een sjabloon werken of de tapijtstrook ruim afsnijden. Vervolgens inpassen. Stootstrippen vormen een bescherming voor de trapbekleding. Ze zijn er van metaal of van zelfklevende kunststof. Het bovenvlak moet altijd geribd zijn! Rechte aanlegranden krijgt men, als men de tegen elkaar komende banen overlappend op elkaar legt en beide tegelijk langs een metalen lat doorsnijdt. Het leggen met ondertapijtlatten: al naar de tapijtdikte de lat op aangepaste afstand van de wand vastspijkeren. Het tapijt erin hangen en met de tapijtbeitel vastslaan. Bij gecompliceerde patronen de rapporten in de buurt van de naad nameten en de banen nauwkeurig op elkaar richten. Dan de beide over elkaar gelegde banen doorsnijden.

Vooral onder radiatoren wordt het werk door de kantsnijder vergemakkelijkt. Voor men gaat snijden, moet het tapijt goed op de lijm worden gedrukt. Los liggende snijkanten worden met ‘tapicol’ dat met een kwast wordt aangebracht, vastgeplakt. Nu kan het tapijt niet meer omhoog krullen. Tweemaal insmeren! Rondom een kolom is het niet moeilijk tapijt leggen, als men de stof afmeet en ruwweg uitsnijdt. Hierna rondom de kolom aandrukken en op maat snijden. Met de kantsnijder kunnen de kanten tegen de wand recht en precies passend worden gesneden. De vloerbedekking moet daarom iets ruimer dan nodig worden afgesneden! Obstakels’ als verwarmingsbuizen overwint men zo: de tegel tegen de buis aanleggen en loodrecht insnijden. De lengte van de snede meet men aan de naastliggende tegel van dezelfde rij op.
Een vloerbedekking uit losse tegels heeft bepaalde voordelen t.o.v. het vaste tapijt. U bespaart materiaal als u met parallel leggen bij de langste wandbegint. Daarkrijgtudangeenafval. Meestal gaat dit ook bij de volgende wand op. De eerste tegel legt u dan in de hoek tussen beide wanden.

Het uit te snijden gat voor de buis wordt op de rugzijde afgetekend. Daarvoor keert u de tegel om in dezelfde richting als u een blad omslaat en u houdt hem volgens de voorkant van de juiste rij gericht.
Voor het leggen moeten de tegels twee dagen de tijd hebben om te ‘acclimatiseren’. Men neemt ze uit de verpakking en legt ze los in het vertrek uit. Anders komen er niet sluitende voegen of vertonen de tegels lelijke bulten.
Zelfklevende tegels hebben een goed hechtende ondergrond nodig. Slecht verharde cement met cementverf verven, oude vloeren met een oplosmiddel ontvetten. De tegels met de beschermfolie afsnijden!