Waarom is Uranium zo belangrijk?

Uranium is een element bekend uit de chemie. Het werd ontdekt in 1789 door Martin Heinrich Klaproth. Hij noemde het naar de planeet Uranus, die kort daarvoor was ontdekt. Uranium werd echter veel later belangrijk: Uranium is nodig om atoombommen te produceren, maar ook voor de productie van kernenergie in kerncentrales.

Het element is een grijs metaal en het is erg zwaar, zelfs zwaarder dan lood. Het is een beetje zachter dan staal. Zoals alle elementen bestaat uranium uit atomen. In de natuur komen echter verschillende soorten uraniumatomen voor, deze worden “isotopen” genoemd. Ze verschillen in het feit dat de binnenkant van de atomen, de atoomkernen, verschillend van gewicht zijn. Het gewicht wordt dan aangegeven als een cijfer achter het symbool van het element. Twee voorbeelden zijn daarom U-232 of U-235.

Uranium is al licht radioactief van aard, wat betekent dat het na verloop van tijd in andere elementen vervalt. Hierdoor ontstaan ​​gevaarlijke stralen. Dit verval gebeurt meestal heel langzaam, het duurt miljarden jaren. Er zijn echter enkele isotopen, zoals de U-236, die zeer snel kunnen vervallen. Radioactiviteit werd ontdekt in 1896. Later hebben veel wetenschappers radioactiviteit onderzocht, bijvoorbeeld Marie Curie deed veel onderzoek naar uranium.

Het overgrote deel van uranium uit de natuur kan niet worden gebruikt voor de productie van kernenergie of nucleaire bommen. Alleen speciale isotopen kunnen hiervoor worden gebruikt en moeten daarom worden verkregen uit het mengsel van uranium met verschillende isotopen.

Lange tijd was uranium alleen bekend van heel weinig mijnen in Europa. Vandaag wordt het ontmanteld in andere landen, vooral in Kazachstan, Canada en Australië. Uranium komt niet over als puur metaal, dat waardig wordt genoemd. Het komt in de natuur voor in combinatie met het element zuurstof.