Zwaartekracht is de kracht waarmee een object naar de grond wordt getrokken. Het wordt ook gewicht of zwaartekracht genoemd. Zwaartekracht is ook de kracht waarmee een object of een persoon op een schaal drukt. Zwaartekracht is dus gerelateerd aan de term gewicht. Omdat we op aarde zijn, wordt zwaartekracht hier ook wel de zwaartekracht van de aarde genoemd.
Zwaartekracht op aarde zorgt ervoor dat alle lichamen vallen. Dat is in de richting van het centrum van de aarde. In de ruimte bepaalt de zwaartekracht de banen van hemellichamen, inclusief planeten, manen, satellieten en kometen, enzovoort. Deze lichamen trekken elkaar aan en zo ontstaan hun banen.
Zwaartekracht hangt niet alleen af van het gewicht van een object, maar ook van het hemellichaam waarop het zich bevindt. Op aarde duwt een astronaut op een schaal met een veel grotere kracht dan op de maan. De zwaartekracht van de aarde is veel sterker dan die van de maan. Dat komt omdat de aarde veel zwaarder is dan de maan. De aantrekkingskracht van de aarde is ongeveer zes keer groter dan die van de maan. Als een astronaut op een normale schaal op de maan zou klimmen, zou ze een gewicht hebben dat 6 keer kleiner was dan op aarde. Als de astronaut 60 kilogram weegt, geeft de schaal daar slechts 10 kilogram aan. Maar dit is alleen te wijten aan de schaal die werd gebouwd voor de veel sterkere zwaartekracht van de aarde. Maar de massa van de astronaut is hetzelfde, zowel op aarde als op de maan.
Hoe verder een planeet of ander object zich van een ander hemellichaam bevindt, hoe lager de zwaartekracht van het hemellichaam daarop inwerkt. Wanneer zwaartekracht niet langer detecteerbaar is, wordt dit gewichtloosheid genoemd.