Wat zijn piramiden?

Piramiden zijn koningsgraven. Rond 2600 voor Christus koos koning Cheops een stuk land bij Gizeh uit om een reusachtig grafmonument te bouwen. Samen met Hemon, zijn vizier en vertrouweling, maakte hij plannen. Zijn graf zou uiteindelijk 147 meter hoog worden! Er waren duizenden mensen nodig om dit reusachtige bouwwerk te voltooien. Al deze mensen moesten eten en drinken hebben. Daar was ook weer een hele organisatie voor nodig.

Honderden steenhouwers werden aan het werk gezet in steengroeven. De steenblokken werden daarna naar Gizeh vervoerd. Dat kon alleen over water, wanneer de waterstand van de Nijl hoog  was. In Gizeh werden de blokken precies op maat gebeiteld.

Toen het vierkante grondvlak was uitgemeten werd de eerste laag stenen op zijn plaats gezet. Het werk werd natuurlijk moeilijker naarmate de piramide hoger werd. Om het zware bouwmateriaal omhoog te brengen waren er hellingen. Daarlangs werden grote steenblokken van wel 15.000 kilo omhooggesleept. Knappe opzichters gingen precies na of iedere laag wel horizontaal lag en vierkant was.

Tenslotte was de piramide klaar. Er was twintig jaar aan gewerkt en er waren meer dan twee miljoen blokken steen in verwerkt. In deze piramide en de andere die later zijn gebouwd, lagen de graven van de koningen, edefen en voorname mensen. In. de grafkamers lagen ook voedsel, kleren, siejaden en wapens. De Egyptenaren dachten dat ze dit voor hu verblijf in het hiernamaals nodig hadden.