Werkstuk over de Oerwouden

In de landen bij de evenaar zijn dichte bossen. Ze worden oerwouden of tropische regenwouden genoemd. Hier is het altijd erg warm. Er is geen zomer of winter. Bijna dagelijks zijn er hevige onweersbuien. De lucht is dampig. De regen en de hitte doen de planten het hele jaar door snel groeien. Vele worden erg groot. De oerwouden zijn altijd groen. De Amazone-rivier, in Zuid-Amerika, stroomt door het grootste oerwoud van de wereld. Andere grote oerwouden zijn in Afrika en Azie. Sommige grote gebieden zijn in het oerwoud ontruimd om rubberbomen, bananen en ananas te verbouwen. Op veel plaatsen worden de bossen weggekapt om voor wegen plaats te maken. Het leven in de oerwouden verandert snel.

Het leven in het oerwoud
Planten groeien in het oerwoud tot verschillende hoogten. Hoge bomen vormen bovenop een baldakijn, dat de zonnestralen buitensluit. Klimplanten groeien op de boomstammen om het zonlicht te bereiken. Sommige hangen in lussen tussen de bomen, Planten, die epifieten heten, hebben bungelende wortels die het water uit de lucht opnemen. Sommige orchideeen bloeien hoog in de bomen, waar zij ook het licht kunnen bereiken.
Elke laag van het oerwoud voorziet in voedsel voor de verschillende dieren. Kleinere klimmers, zoals de slingeraap, kunnen het baldakijn wel bereiken. Grotere dieren vinden hun voedsel op de grond.