Werkstuk over het heelal

heelalNaam: Het heelal
Ontstaan: ongeveer 14.500.000.000 jaar geleden!
Grootte: te groot om je voor te stellen…
Locatie: overal om ons heen

Is Pluto een planeet?
Sterrenkundigen praten al vierhonderd jaar over ‘planeten’. Maar in die vier eeuwen hebben ze nooit precies bepaald wat een planeet eigenlijk is. In augustus 2006 deden ze dat wel. Een planeet is alleen een planeet als hij met zijn aantrekkingskracht zijn omgeving heeft ‘leeggezogen’. Als een soort stofzuiger dus. Pluto heeft dat niet gedaan. Die zwerft met nog duizenden anderen ijsblokken en rotsen in dezelfde baan rond de zon. Daarom mag je Pluto geen planeet meer noemen. Pluto is nu een ‘dwergplaneet’. Ons zonnestelsel telt sinds augustus 2006 nog maar acht planeten!
Pluto is genoemd naar de Romeinse god van de onderwereld. Hopelijk wordt hij niet boos, nu hij geen planeet meer heeft…

Vallende sterren
Wist je dat een ‘vallende ster’ meestal niet veel groter is dan een zandkorrel? Echt waar! Het is een stukje steen of stof uit de ruimte. Het stofje botst met de dampkring die om onze aarde heen zit. Door die botsing ontstaat wrijving. Wrijving is warmte. Wrijf maar eens heel hard met je handen tegen elkaar, dan worden ze warm. Het stofdeeltje dat botst met de lucht wordt zo warm, dat het een lichtspoor afgeeft: een vallende ster!

Als je een vallende ster ziet, mag je een wens doen. Heb je heel veel wensen? Kijk dan half augustus en half november ‘s avonds als het donker is naar buiten. Rond die dagen komt de aarde door een hele wolk van stofdeeltjes. Het regent vallende sterren. Soms wel honderd per uur!

Buitenaards leven?
Zijn wij alleen in het heelal? Op die vraag hebben we nog geen antwoord gevonden. Maar we blijven zoeken. Op de planeet Mars is vroeger stromend water geweest. Misschien zijn daar wel bacteriën of zelfs kleine waterdiertjes geweest. Op de manen Titan (bij Saturnus) en Europa (bij Jupiter) lopen misschien piepkleine beestjes rond. Ook daar moeten we dus een kijkje nemen.
En verderop? Veel sterren hebben planeten in de buurt. Net zoals de aarde bij de zon. Met nog betere telescopen kunnen we die planeten vinden. En wie weet wat we dan allemaal nog tegenkomen…

Heel veel manen
De aarde heeft een maan. Die kun je bijna elke dag zien. Maar wist je dat andere planeten ook manen hebben? Meestal zelfs meer dan één. Mars heeft er twee, Uranus 27 en Jupiter zelfs 63! In totaal zijn er in ons zonnestelsel 156 manen. En nog steeds worden nieuwe manen ontdekt.
Manen worden vaak genoemd naar figuren uit oude Griekse en Romeinse verhalen. Triton, de grootste maan van Neptunus, is bijvoorbeeld de god van de zee. En Callisto (van Jupiter) was een meisje dat de oppergod Zeus wel leuk vond. Zijn vrouw Hera vond dat helemaal niks en veranderde Callisto in een beer. Zeus zette haar daarna aan de hemel: het sterrenbeeld de Grote Beer!

planeten

Hoe ontstaat Zonsverduistering?
De zon is driehonderd keer groter dan de maan. Maar de zon staat ook driehonderd keer verder weg dan de maan. Daarom lijken de zon en de maan even groot. Als de maan precies voor de zon schuift, verdwijnt de hele zon eventjes: een zonsverduistering! Op 1 augustus 2008 is de volgende. Om de zon helemaal te zien verdwijnen, moet je dan wel naar de noordpool.

Een volledige zonsverduistering is een spectaculair schouwspel.

Hoe ontstaat Maansverduistering?
Soms staat de aarde precíes tussen de zon en de maan in. Dan gaat de maan door de schaduw van de aarde. Dat heet een maansverduistering. De maan ziet er dan heel mooi rood uit. De volgende maansverduistering is op 3 maart 2007.

Sterrenbeelden
In het echt staan de sterren miljoenen kilometers uit elkaar. Maar vanaf de aarde lijken ze allemaal even ver weg. Als je lijntjes trekt tussen de sterren, kun je vormen zien: de sterrenbeelden! De sterren aan de hemel zijn verdeeld in 88 sterrenbeelden. Vaak hebben ze de naam van een god uit de oudheid, een held of een dier. Cassiopeia bijvoorbeeld, is genoemd naar een koningin. Orion betekent ‘jager’. En Ursa Major betekent Grote Beer (‘ursus’ is beer in het Latijn). Hieronder zie je sterrenbeelden op een ‘sterrenkaart’..

Als je deze spreekbeurt leest, weet je heel veel over het heelal. Je weet nog niet hoe sterrenkundigen dat allemaal ontdekt hebben. Het belangrijkste instrument van een sterrenkundige is zijn telescoop. Soms een kleine, soms een heel grote. Bijvoorbeeld de twee Keck telescopen op het eiland Hawaï, of de Very Large Telescope (VLT) in Chili.

Zelfs met de allergrootste telescoop kun je vanaf de aarde niet alles zien. Daarom hangt er ook een telescoop in de ruimte, zeshonderd kilometer boven de aarde. De Hubble ruimtetelescoop maakt de mooiste plaatjes en doet nog elk jaar nieuwe ontdekkingen!

Sterren wijzen de weg
Ga tijdens een heldere nacht naar buiten en je ziet ze: duizenden sterren. De Grote Beer kent bijna iedereen. Dat is het sterrenbeeld in de vorm van een steelpannetje. Heb je hem gevonden? Zoek dan de twee buitenste sterren van het steelpannetje. Wijs eerst naar de onderste, dan naar de bovenste en zet nog vijf van zulke stapjes in dezelfde richting. Stop! Dat is de Poolster. Trek nu een rechte lijn naar de horizon. Je wijst naar het noorden. Handig voor als je de weg kwijt bent…

We weten niet precies hoe en wanneer het heelal ontstaan is. Sterrenkundigen denken dat het allemaal begint met de ‘oerknal’ (vijftien miljard jaar geleden). Na deze grote ontploffing van energie komt alles in beweging. Sterren en sterrenstelsels worden geboren. Er zijn ook mensen die denken dat het heelal er altijd is geweest. Weer anderen geloven dat God de hemel en de aarde gemaakt heeft. En dus ook het heelal. Zullen we ooit zeker weten hoe het heelal ontstond?
Uit een grote wolk van gassen ontstaat een nieuwe ster: de zon. Daarbij komt heel veel troep in een platte schijf rond de zon terecht, als een soort pannenkoek. Stof en stenen botsen tegen elkaar aan en klonteren samen. Zo ontstaan planeten. Ons zonnestelsel is geboren!

3000 jaar geleden
De oude Grieken en Romeinen kijken vaak naar de sterren aan de hemel. Ze denken dat sterren de goden zijn, die neerkijken op de aarde. De Grieken verzinnen sterrenbeelden. En bij elk sterrenbeeld vertellen ze een mooi verhaal aan hun kinderen en kleinkinderen. Daarom kennen wij nu nog steeds de sterrenbeelden die zij toen bedachten!

1610
Galileo Galilei is de eerste echte ‘sterrenkundige’. In het jaar 1610 bouwt hij de allereerste telescoop. Met zijn simpele kijker doet hij grote ontdekkingen. Zo ziet hij voor het eerst kraters op onze maan. En hij ontdekt dat de planeet Jupiter óók manen heeft. Veel mensen geloven Galilei niet. Ze vinden dat hij moet ophouden met al dat gedoe ‘s nachts. Maar anderen vinden het juist wel interessant. Ze bouwen steeds grotere en betere telescopen. Sterrenkunde is vanaf nu een echte wetenschap.
Galileo Galilei is tijdens zijn leven verketterd om zijn eigenwijze onderzoeken. Nu wordt hij wel de ‘vader van de wetenschap’ genoemd.
Nu
We weten inmiddels een heleboel van het heelal. Telescopen zijn veel groter en beter dan vierhonderd jaar geleden. Met de allerbeste telescopen zouden we zelfs een euro op de maan kunnen zien liggen! Houd het Jeugdjournaal goed in de gaten. Soms doen sterrenkundigen een nieuwe spannende ontdekking…
Sterrenstelsel
Sterren zijn bijna nooit alleen. Met miljarden zijn ze verzameld in grote ‘sterrenstelsels’. Dat is wel zo gezellig… Alle sterren draaien langzaam rond het midden. Zo ontstaat een grote platte pannenkoek van sterren. Onze zon staat ook in een sterrenstelsel: de Melkweg. De Melkweg is ook zo’n platte pannenkoek vol sterren. In totaal meer dan tweehonderd miljard! Dat kun je ‘s nachts goed zien als het donker genoeg is. Je ziet dan een lange band van licht hoog over de hemel lopen. Dat is de Melkweg. Wij zweven met ons zonnestelsel zo’n beetje aan de buitenkant van de Melkweg. Je kijkt op aarde dus vanuit een buitenwijk zo naar het centrum van ons sterrenstelsel!
Nevel
Sterren zijn net mensen. Ze worden een keer geboren en ze gaan ook een keer dood. Alleen leven sterren veel langer dan mensen. Onze zon bijvoorbeeld, kan wel 10 miljard jaar mee! Een ster wordt geboren uit een grote wolk vol waterstofgas die we een ‘nevel’ noemen. Meestal gebeurt dat met een paar tegelijk. Een goed voorbeeld van een jonge sterrengroep is de Pleiaden. Kun jij ze vinden aan de hemel met de hulp van dit kaartje?
De bekendste nevel is de Orionnevel. In het sterrenbeeld Orion staan drie sterren mooi op een rijtje. Precies in het midden daaronder staat de Orionnevel. Daar worden op dit moment nieuwe sterren geboren! In de winter kun je de Orionnevel met je blote ogen zien. Maar hij is mooier door een verrekijker of telescoop…

Wat is Supernova?
Sterren verbranden gas, ongeveer als een oven. Als het gas op is, gaan ze dood. En dat doen ze niet bepaald stilletjes. Vooral de zware sterren nemen afscheid met een enorme knal. Dat heet een ‘supernova’. In één keer ontploft de ster. Hij schiet allemaal ‘uitlaatgassen’ de ruimte in. Een goed voorbeeld is de Krabnevel. Tot het jaar 1054 was dit een ster. Daarna ontplofte hij. De resten van die ontploffing zien we nu nog steeds.

Wat is Zwart gat?
Hoe ziet een zwart gat eruit? Dat is een goede vraag. Niemand weet het, want een zwart gat kun je helemaal niet zien. Gewone sterren stralen licht uit. Daarom zien we ze ‘s avonds aan de hemel staan. Midden in een zwart gat zit een heel kleine en bijzondere ster. Die trekt zo hard aan alles wat in zijn buurt is, dat zelfs licht niet aan hem kan ontsnappen. Zwarte gaten slurpen licht op, dus zien we ze niet! We weten alleen dat ze er zijn, omdat we dat geslurp van licht aan de rand van het gat zien. Net als bij het afvoerputje in je bad of douche. In het midden zie je het water niet meer, maar er omheen zie je wel een draaikolk van water.
De wereldberoemde natuurkundige Stephen Hawking bewees dat zwarte gaten echt moeten bestaan. Hawkings lichaam is ziek, maar zijn hersens zijn prima in orde.

Zon
Onze zon is gewoon een ster. Net als die duizenden sterren aan de hemel. Hij staat alleen heel dicht bij onze aarde. Daarom is ie zo groot. De zon is een ‘gemiddelde ster’. Hij is niet heel zwaar en ook niet heel licht. Zo’n ster gaat ongeveer tien miljard jaar mee! Hij is nu ongeveer op de helft van zijn leven. Jij hoeft je dus geen zorgen te maken. Het licht gaat voorlopig nog niet uit…
Binnen in de zon is het bloedje heet. Miljoenen graden Celsius. Aan de buitenkant is het iets minder warm, maar nog steeds een paar duizend graden. Pas op een flinke afstand wordt het beter. De aarde staat 150 miljoen kilometer van de zon. En hier wordt het overdag in de zomer zo’n 25 graden. Stukken beter uit te houden!

Planetoïde
In een zonnestelsel vind je behalve een ster (bij ons de zon) en planeten ook planetoïden. Dat is een moeilijk woord voor grote rotsblokken van steen die net geen planeet zijn geworden. Er zijn duizenden planetoïden in ons zonnestelsel. Je vindt ze vooral tussen de banen van Mars en Jupiter. Ze draaien net als de planeten netjes rond de zon. Een heel bekende planetoïde is Eros. Hij lijkt een beetje op een grote aardappel. In 2001 landde een klein ruimtevaartuigje op Eros om onderzoek te doen.

Komeet
Kometen zijn rotsblokken, net als planetoïden. Ze suizen door het zonnestelsel. Dat kan soms erg gevaarlijk zijn. Ken je het verhaal van de dinosaurussen? 65 Miljoen jaar geleden zijn die uitgestorven. Dat kwam waarschijnlijk doordat een dikke komeet insloeg op de aarde. Het was zo’n harde dreun dat overal stof en gruis in de lucht kwam. Dit stof hield al het zonlicht tegen en het werd ijskoud op de aarde. Daar konden de dino’s niet tegen.
Een heel bekende komeet is de komeet Halley. Die vliegt eens in de 76 jaar langs de aarde. De volgende keer is in het jaar 2062. Gelukkig wel op een veilige afstand, dus we hoeven ons geen zorgen te maken. Tien jaar geleden had je Hale Bopp. Die was meer dan een jaar lang elke nacht te zien aan de hemel. Net een ster met een staart. Die staart bestaat uit ijsdeeltjes die zonlicht weerkaatsen. Wie weet komt er binnenkort weer een nieuwe komeet bij ons in de buurt.