Werkstuk over Winterslaap

1.Winterslaap kikkers/Padden.

Kikkers zijn koudbloedige dieren. Dat betekent dat hun lichaams-temperatuur afhangt van de temperatuur van hun omgeving. ls ze teveel afkoelen, kunnen ze zich niet snel meer bewegen. In de herfst jagen ze daarom alleen nog maar midden op de dag, tijdens de warmste uren.Als ook de middaguren te koud worden, kruipen ze weg in een kuiltje of op de bodem van een vijver en houden ze een winterslaap. Ze moeten er voor zorgen dat het een vochtige plek is, anders drogen ze uit.Het is een diepere winterslaap dan die van een zoogdier. Zoogdieren worden af en toe eens wakker, kikkers niet. Ze worden heel koud, hun hartje klopt heel langzaam, hun bloed stroomt traag door hun lichaampje. Ze ademen bijna niet meer, ze ademen dan alleen nog maar door hun huid. Pas in het voorjaar komen ze weer te voorschijn.     
                  

2.Winterslaap Egels.

Een voorbeeld van een dier dat een winterslaap houdt, onze stekelige vriend de egel. Zijn normale lichaamstemperatuur is 39°C, maar die kan dalen tot slechts 7 of 8°C tijdens zijn winterslaap! De egel leeft in velden, parken en tuinen. Mannetjesegels hebben geelbruine stekels, zijn ongeveer 20 cm en wegen 1 kg. De vrouwen zijn iets kleiner en hebben lichtgrijze stekels die pas boven het voorhoofd groeien, waardoor het lijkt of ze een langere snuit heeft. Tegen de avond gaan egels op zoek naar voedsel. Hiervoor gebruiken ze vooral hun gevoelige neus en hun goeie oren, hun ogen gebruiken ze er minder voor. Ze eten sprinkhanen, kevers en larven, regwormen en slakken. Volwassen bos- en veldmuizen lusten ze wel, maar vaak zijn ze te  sloom om hen te vangen. De egel is dus geen knaagdier maar een insecteneter. Ze voelen zich het best in een omgeving met veel laaggroeiende planten en struiken.Bij gevaar, vooral van roofvogels, vossen en honden, trekt de egel kop en poten in en rolt zich in een bolletje, een erg stekelig bolletje.

3. Winterslaap watersalamanders.

watersalamanders houden een winterslaap omdat ze koudbloedig zijn. Hun lichaamstemperatuur daalt als de zonnewarmte vermindert en omgekeerd. Ze zijn dan ook  afhankelijk van de zon. Wordt het kouder dan worden ze recht en sloom en trekken ze naar hun schuilplaats terug.In de winter worden hun levenswijzens bijna geheel stopgezet. Waardoor de stofwisseling wordt gestopt. Hierdoor neemt hij tot voedsel af en spaart het dier energie. Hun Houden Hun  winterslaap in het water of onder de stenen.