Wie was Thomas Alva Edison?

Thomas Alva Edison werd lang beschouwd als de uitvinder van de gloeilamp. Maar zelfs zonder deze uitvinding was hij een van de grootste uitvinders ooit. Daarom wordt op zijn verjaardag, 11 februari, in de Verenigde Staten de “National Inventors Day” gevierd.Edison werd geboren in 1847. Hij was het zevende en jongste kind van zijn ouders. Hij was bijna doof door een ongeluk, dus hij hoorde heel slecht. Zijn leraren geloofden niet in de dove jongen. Daarom onderwees zijn moeder hem thuis en wekte zijn interesse in boeken. Op twaalfjarige leeftijd verkocht Edison kranten en snoep om reizigers te trainen. In de bagagewagen zette hij een klein laboratorium op waarin hij kon proberen wat hij las. Er wordt gezegd dat een explosie een explosie veroorzaakte en de bagagewagen brandde. De bestuurder sloeg hem toen.

Toen ontving hij telegrafische instructies van een telegraafoperator wiens zoon hij had gered van een ongeluk. Als gevolg hiervan erkende Edison het belang van deze techniek. Hij verbeterde de telegraaf en verdiende zoveel geld dat hij een laboratorium kon bouwen.

Op dat moment was er geen elektriciteitsnet in de Verenigde Staten. Edison debatteerde met andere uitvinders over het opzetten van een AC- of DC-elektriciteitsnet. Hij liet in het openbaar honden en katten doden door AC. Hij wilde bewijzen hoe gevaarlijk wisselstroom is. Toen elektrocuteerde hij zelfs de olifant Topsy. Maar hij bereikte zijn bestemming niet. Zijn dierproeven leidden echter tot de uitvinding van de elektrische stoel met wisselstroom.

Edison ontwikkelde de fonograaf die hem beroemd maakte. Dit was de eerste keer dat het mogelijk was om stemmen op te nemen en af ​​te spelen. Fonografen werden opgesteld in restaurants en ijssalons. Gasten konden naar buizen luisteren en naar muziek luisteren. Hij ontwikkelde ook de filmtechnologie die wordt gebruikt om films op te nemen.

In 1931 stierf Edison. In die tijd waren er al veel elektrische apparaten, zoals de radio en de telefoon. De toenmalige president Herbert Hoover vroeg de Amerikanen het elektrische licht uit te doen ter ere van Edison toen hij werd begraven op de begraafplaats.

Edison was niet alleen een uitvinder maar ook een zakenman. Hij heeft altijd overwogen hoe hij zijn uitvindingen kon verkopen. Hij was niet de uitvinder van de gloeilamp. Maar hij had het verbeterd en gepatenteerd. Dat betekende dat alleen hij zo iets mocht bouwen.

Hij vroeg meer dan duizend patenten aan. De vele patenten maakten het moeilijk voor andere uitvinders om iets heel nieuws uit te vinden zonder een uitvinding van Edison. Dat zou zijn uitvindersrechten hebben geschaad. Alleen rond de gloeilamp werden tussen 80 en 90 proeven uitgevoerd.