yoga oefeningen 12

Net als de vorige lessen van deze yogacursus vormt ook deze les een eenheid, zorgvuldig opgezet om uw vaardigheid te doen groeien. Sommige oefeningen zijn nieuw, andere zijn variaties op of uitbreidingen van eerder beoefende houdingen. Een aantal kent u al. Deze combinatie van oud en nieuw resulteert in een complete en logische lesserie. Het volgen van deze lessen is een volgende belangrijke stap op de weg die leidt naar beheersing van fysieke yoga. Dit programma is de natuurlijke voortzetting van les 12. Als u de posities van de zonaanbidding heeft geoefend, is dat uitstekend, want ze zijn samen een waardevolle oefening en bieden een attractieve benaderingswijze van de yoga. Uw kennis en lichaamsbeheersing worden erdoor vergroot, alsook uw plezier in yoga. Deze les staat op zichzelf, hoewel ze natuurlijk een bestanddeel van de cursus is. Oefen een week lang elke dag 30 minuten, en u zult aan het volgende programmaonderdeel kunnen beginnen. Als u echter langer met de oefeningen uit deze les wil bezig blijven, kunt u dat rustig doen, want yoga ontwikkelt u in uw eigen tempo.

U begint weer met de rusthouding en vervogens werkt u de oefeningen door in de volgorde van het boek.

DE RUSTHOUDİNG
Ga op uw rug liggen met uw voeten wat van elkaar. Uw armen houdt u naast uw lichaam met de handpalmen naar boven. Ontspan hoofd en nek. Doe uw ogen dicht en haal, zoals gewoonlijk, uitsluitend door uw neus adem. Probeer uw hele wezen te ontspannen en blijf voor en na elke oefeningenreeks een paar minuten liggen.

DE COMPLETE DYNAMISCHE ADEMHALING
Verhoogt uw controle over uw adetnhaling en vergroot de ademhaling van uw longen.
Begin in de houding van het kind kniel en ga op uw hielen zitten. Uw voorhoofd rust op de vloer en uw armen strekt u naast uw benen met de handpalmen naar boven.
1. Begin overeind te komen en, terwijl u daarbij uw armen boven uw hoofd strekt, tot ze evenwijdig aan de vloer zijn, vult u uw buik met lucht. Als uw armen verticaal zijn, vult u uw borstkas met lucht en tenslotte vult u het bovenste deel van uw longen. Met uw armen achter uw hoofd leunt u nu wat achterover.
2. U blijft achterover geleund. Laat nu uw handen zakken, tot ze op uw dijen liggen. Dan tilt u ze op en terwijl u achtereenvolgens de lucht laat wegstromen uit het bovenste deel van uw longen, uw borstkas en uw buik, keert u terug in de houding van het kind.
Herhaal de hele oefening 2 keer.