Zeilen tegen de wind in

Aangezien een zeilboot alleen door de wind wordt aangedreven, kan men zich afvragen hoe een boot tegen de wind in kan zeilen. Verbazend genoeg is zuiging de belangrijkste kracht die een boot tegen de wind in stuurt. Aan de bolle zijde van het zeil, de lijzijde, moet de wind om het zeil heen blazen, waardoor een krachtig buigingseffect optreedt, dat het zeil aantrekt.

Het zuigingseffect wordt veroorzaakt door de wetten van de aërodynamica. De luchtstroom langs een bol zeil wordt samengeperst en krijgt daardoor meer snelheid de tocht onder een deur kan om dezelfde reden verrassend krachtig zijn. Als de windsnelheid toeneemt, treedt een drukverlies op. Hoe sneller de lucht namelijk beweegt, hoe minder moleculen zich op een bepaalde plaats bevinden.

Er ontstaat een lage-drukgebied aan de lijzijde van het zeil, dat het zeil aantrekt met tweemaal de kracht die dezelfde windkracht er aan de wind of loefzijde in blaast. De wind dwingt de boot daardoor op zijn kant. De kiel van de boot of liever het kielzwaard -verzet zich echter tegen deze dwarsscheeps gerichte kracht. De kracht van de wind wordt omgezet in deels een voorwaartse beweging en deels een overhellen naar de lijzijde, hetgeen de zeiler moet compenseren door .aan de andere zijde van de boot naar buiten te gaan hangen. Een boot die tegen de wind in zeilt, zal zeker naar de lijzijde afdrijven een effect dat ‘wraak’ wordt genoemd.

Geen enkele boot kan direct tegen de wind in zeilen, zij het dat een 12 m lang jacht al kan zeilen indien het slechts 12 tot 15 graden van de wind af ligt. Om te zeilen in de richting waar de wind vandaan komt, moet de boot zigzaggen, of een aantal keren overstag gaan. Hoe hoger een boot op de wind vaart, hoe langzamer hij vooruit komt. De zeiler kan de snelheid opvoeren door bredere zigzagbewegingen in een grotere hoek tot de wind te maken.