Herkenning van de slang en behandeling van slachtoffer
De adder is onze enige gifslang en leeft vooral in vochtige heideen veengebieden, maar ook op drogere zanden lössgronden. In westelijk Nederland ontbreekt hij, elders in ons land is hij zeldzaam. Hij is te herkennen aan zijn gedrongen lichaamsbouw, de aan de achterzijde ver brede kop, de meer of minder duidelijke zwarte tot bruine zigzagtekening op de rug en vooral de verticale, spleetvormige pupil. Door zijn schuwheid en zeldzaamheid is de kans op een beet vrij gering, maar een adder in het nauw zal zeker toebijten. Meer dan de helft van de adderbeten bij mensen (minder dan tien gevallen per jaar) blijkt het gevolg van onvoorzichtige omgang met een ontdekte adder.
Voorkoming
Loop nooit zonder schoeisel in gebieden waar adders voorkomen en laat een ontdekte slang met rust. Probeer het dier ook niet te doden; dit is bovendien bij de wet verboden!
Behandeling
Is bij een adderbeet gif in de wond (twee kleine gaatjes die ruim 1 cm uit elkaar liggen) gekomen, dan zwelt het omringend weefsel binnen een halfuur op en wordt blauw. Medische hulp (toediening van serum) is dan dringend noodzakelijk, vooral bij kinderen. Het uitzuigen of opensnijden van de wond moet in verband met infectie worden afgeraden. Om de verspreiding van het gif te remmen worden ledematen boven de wond afgebonden (niet te strak en af en toe even losmaken!). Om dezelfde reden moet de gebetene geen overbodige bewegingen maken en vooral kalm blijven en worden gerustgesteld. Er zijn uit deze eeuw slechts enkele gevallen met dodelijke afloop bekend en deze betroffen onbehandelde beten; de dood kan zelfs bij een onbehandelde beet door een Nederlandse adder vrijwel nooit binnen 24 uur optreden.