Men kan het beste beginnen met vast voedsel tussen de vierde en zesde maand. Tot die tijd is borstvoeding of flesvoeding aan te bevelen. Probeer één soort vast voedsel tegelijk, dan weet u wat de baby wel of niet goed bekomt. Begin met kindermeel; later fruit, eieren, brood, boter, groenten, kaas, vlees en vis. Laat de baby eerst wennen aan worteltjes en aardappelen voordat u op groene groenten overgaat. Wat vlees betreft kan men het beste met lamsof kalfsvlees beginnen. Volle graanprodukten, vis, gerookte vleesssoorten, alle seizoengroenten, eiwitten en honing geeft men pas als de baby minstens een jaar oud is. Voeg geen zout of suiker toe aan eten dat u zelf klaarmaakt.
Eenvoudig te bereiden voedsel bestaat uit geprakte, rijpe bananen, stukjes eidooier (begin met een theelepeltje), yoghurt, kwark, vruchtensappen en vleesen groentepuree.
Om een vleespuree te maken vermaalt men kleine stukjes goed gekookte kip, kalfsof lamsvlees. Voeg daar zoveel bouillon of melk aan toe dat het smeuïg wordt. Voor een groentepuree vermaalt men vers gekookte groente terwijl men het kooknat toevoegt. Puree kan in afzonderlijke porties worden bewaard. Gebruik gemalen vlees wel binnen 24 uur, groentepuree kan men 2 dagen bewaren en gepureerd fruit blijft in de koelkast maximaal 3 dagen goed.