Zelfs kinderhoofdjes leggen is weliswaar vermoeiend, maar niet zo erg moeilijk.
Een doorknede doe-het-zelver komt geen onoverkomelijke problemen tegen.
Wij laten u zien hoe het gedaan wordt en waarop u tijdens het plaveien speciaal moet letten.
Voordat steenplaveisel gelegd kan worden, moet het te plavei-en oppervlak opgemeten en met behulp van gespannen dra-den afgebakend en begrensd worden. Gras- en teelaarde worden precies uitgestoken en verwijderd. Bij een dunne laag teelaarde kan het zandbed voor de stenen direct op de draag-krachtige ondergrond gelegd worden. Ligt deze laag te diep, dan wordt het gat eerst opgevuld met grind of stukken steen.
Deze laag moet vast aangestampt worden. Om te zorgen dat het regenwater weg kan lopen moet het plaveisel een afschot hebben van ongeveer 1,5-2 cm per meter. Vrijliggende paden worden tonrond gelegd, d.w.z. in het midden hoger. Grenst het plaveisel aan een muur of gebouw, dan komt hier het hoogste punt te liggen. De vastheid van het plaveisel kan worden vergroot door de voegen niet met zand te vullen maar met een aardvochtig mengsel van een deel cement en vier delen zand. Houd het mengsel vochtig tot het hard geworden is. De laag teelaarde moet tot op een draagkrachtige laag verwijderd worden. Dit is bijzonder belangrijk. In erg natte grond moet de ondergrond goed gedraineerd worden. Daarna moeten alle boomwortels, die in het te plaveien stuk zitten, verwijderd worden. De bomen lijden er niets van als wortels dicht onder het grondoppervlak weggehaald worden. Over de aangestampte laag kiezelstenen wordt een 5 cm dikke laag zand gelegd. Maak de laag zo dik, dat de bovenkant van het plaveisel precies gelijk komt te liggen met de omgeving.
De stenen worden in verband gelegd; d.w.z. de voegen ver-schuiven van rij tot rij. Verschuivingen treden ook op, doordat de afmetingen van de stenen verschillend zijn. Leg de stenen zo neer, dat het plaveisel iets bol komt te liggen. Het regenwater kan naar de zijkanten weglopen. Deze lat ligt in het midden op het plaveisel, aan de zijkanten 2 cm erboven. De losse stenen worden met een gewone hamer in het zandbed geklopt. Zonodig wordt onder de steen zand verwijderd of toegevoegd. Het zand in de voegen stevig aandrukken. Als het hele oppervlak geplaveid is, kan er fijn zand over worden gestrooid. Dit wordt gelijkmatig verdeeld door het met een bezem kris kras over het oppervlak te vegen. Afwerking: met een straal water wordt het zand direct in de voegen gespoeld. Hierdoor verdicht zich het zand en de stenen kunnen niet meer kantelen. Eventueel nog eens zand strooien.