Beten en steken

Er zijn twee soorten beten: niet giftige van bijv. huisdieren, teken en mensen en giftige van slangen en insecten. Ook als de beten niet giftig zijn kan er infectie ontstaan als de wond niet behandeld wordt. Sommige slangebeten kunnen giftig zijn. Ze zijn, bij snelle hulp, in Nederland echter zelden dodelijk. Als een slachtoffer van een bijeof wespesteek ernstige verschijnselen vertoont of als een infectie vermoed wordt moet men de dokter roepen.

Dierebeten

Is men gebeten dan moet men de plek rond de beet grondig ontsmetten. Bevestig er dan een schoon verbandgaasje op. Bij een open wond moet men het slachtoffer naar-het ziekenhuis brengen. Er kan een tetanus-injectie nodig zijn.

Tekebeten

Heeft de teek zich op de huid vastgezet, druk er dan heel even met een brandende sigaret op. Hij zal dan loslaten. Probeer de teek niet uit de huid te trekken. Dat lUkt niet. Maak de plek goed schoon en dep voorzichtig van het midden naar buiten. Breng een verzachtende crème aan.

Slangebeten

Bij een slangebeet laat men het slachtoffer in een gemakkelijke houding zitten. Zorg dat hij zo min mogelijk beweegt. Veeg gif en bloed weg. Til het getroffen lichaamsdeel niet op. Leg een steriel gaasje op de wond. Brand de plek nooit uit. Verbind de wond stevig. Roep de ziekenwagen maar laat het slachtoffer niet alleen.

Insektebeten of -steken

Verwijder een eventuele angel met een pincet dat in een vlam is gesteriliseerd. Druk niet op de plaats waar het gif zich heeft opgehoopt. Dep de wespeen mieresteken met een lichte ammoniakoplossing.