Brandblusser

Met een brandblusser kunt u een beginnende brand in de kiem smoren. De blusser moet een inhoud van ten minste 2 kg hebben. Brandblusapparaten zijn met poeder of met BCF (broomchloordifluormethaan) gevuld. Met een symbool staat aangegeven voor welke branden ze zijn bedoeld: A-branden (kernbranden met een vaste brandstof), B-branden (vloeistofbranden), C-branden (gasbranden). BCF-blussers zijn vooral geschikt voor vloeistofbranden en van onder spanning staande apparatuur. BCF laat geen rommel achter, maar er kunnen wel giftige verbrandingsprodukten bij ontstaan. Poeder is na blussen moeilijk te verwijderen en tast metaal aan.

Nader met de brandblusser de vuurhaard zo dicht mogelijk en begin dan pas te blussen. Stop de blusstraal als er geen vlammen meer te zien zijn. Wees niet bang een autobraIid te blussen; de kans op ontploffing is nihil. Blus buiten altijd met de wind mee.