Schilder de buitenkant van een huis bij voorkeur in voorjaar of herfst; de warmte van de zon geeft dan weinig problemen. Werk wel bij droog weer; wacht na een regenperiode minstens twee dagen alvorens aan de slag te gaan. Ook hier is dispersieverf het gemakkelijkst te verwerken. Informeer bij de verfleverancier naar de mogelijkheden van dit verftype, onder andere of het bruikbaar is op de reeds aanwezige verflagen. Gebruik matte verf voor buitenbekleding en dergelijke en zijdeglans voor de kozijnen.
De verflhandelaar kan ook berekenen hoeveel verf er nodig is voor het totale oppervlak aan muren en houtwerk. De meeste huizen zullen slechts één nieuwe verflaag nodig hebben. Alleen als de aanwezige verflagen erg verweerd zijn, zal er twee keer geschilderd moeten worden.
De meeste oppervlakken kunnen geschilderd worden met een kwast of een roller. Voor het schilderen van metselwerk e.d. zijn speciale rollers met noppen in de handel.
Tot de voorbereidingen behoren het repareren van beschadigde buitenbekleding, het verzinken van uitstekende spijkers en het repareren van scheuren en andere beschadigingen. Verwijder afbladderende verf en repareer barsten en scheuren in het schilderwerk.
Maak vuile oppervlakken schoon met een reinigingsmiddel; spoel goed af en laat geheel opdrogen. Schuur alle afgekrabde en opgevulde delen goed op en breng op die plaatsen zo nodig een laag grondverf aan (vraag de verfhandelaar naar de juiste soort). Onthoud dat de enige manier om een goed resultaat te krijgen, een gedegen voorbereiding is.
Buitenbekleding
Werk bij het schilderen van buitenbekleding zo mogelijk in de schaduw; dat is niet alleen prettiger maar het is ook beter voor het drogen van de verf. Dek zo nodig struiken, stoepen, paden en terrassen af met kranten of plastic. Verwijder luifels en zonneschermen of plak er kranten of plastic op. Roer de verf goed en werk bij voorkeur uit een halfgevuld blik. Doop de kwast voor ongeveer eenderde in de verf en strijk overtollige verf voorzichtig af langs de rand van het verfblik.
Begin met het schilderen van dakkapellen, gevelspitsen en dergelijke. Schilder per keer niet meer dan 90 tot 120 cm” en werk horizontaal. Schilder naar een zojuist geverfd gedeelte toe.
Bij een buitenbekleding die uit elkaar overlappende delen bestaat, dient eerst de onderste rand te worden geschilderd. Werk in dat geval horizontaal of verticaal, met de draad van het hout mee. Geef boeidelen en dergelijke een aantal moppen verf en strijk die vervolgens met soepele, gelijkmatige streken uit.
Schilderen van houtwerk
Wikkel lappen om de bovenkant van de ladder om beschadiging van de pas geschilderde buitenbekleding te voorkomen. Trek met een smalle kwast voorzichtig. een 5 cm brede strook rondom de buitenbekleding; vul de rest in met een verfroller.
Gebruik voor het houtwerk van kozijnen e.d. kwasten van 2 tot 6 cm breed. Schilder telkens een stuk houtwerk van 30 tot 45 cm. Geef dan een verfstreek over de volgende lengte en strijk de verf vervolgens gelijkmatig uit in de richting van het nog natte, vorige stuk. Schilder bij raamkozijnen eerst de horizontale en vervolgens de verticale spijlen en ten slotte de omtrek.
Begin bij deuren met de deurpanelen; schilder pas daarna de horizontale en verticale kozijndelen. Vlakke
deuren van boven naar beneden schilderen, eerst in horizontale, vervolgens in verticale streken.