Californië

Het nog jonge Californië is naar de mening van velen de meest dynamische staat van de Verenigde Staten, die met zijn agrarische produktie op de eerste, met zijn industrie op de tweede, en qua bruto produktie per hoofd van de bevolking op de eerste plaats komt; één Californiër produceert evenveel als twee Britten of tien Mexicanen,


De hoge inkomens, de 85 universitaire instellingen, het wetenschappelijke aanzien, de gigantische supermarkten, de bioscopen, kerken, banken, drive-in-restaurants, privézwembaden, dat alles maakt van Californië, de staat met meer dan één auto per volwassen inwoner, een Amerika in de overtreffende trap, het Amerika van Amerika, Californië ziet zichzelf, evenals Japan, graag als ‘het laboratorium van de 21ste eeuw’.
Het reliëf van de staat is in de lengterichting georiënteerd en omvat achtereenvolgen – de Coast Range, een kustgebergte, dat langs de San Andreasbreuk regelmatig door aardschokken wordt opgeschrikt en dat wordt afgewisseld door brede geulen vlak land, zoals de vallei van Salinas; .de Grand Valley, een 600 km lange en 80 km brede tektonische laagvlakte, waarop de erosie talrijke brokstukken uit de omringende gebergten heeft achtergelaten;

– de Sierra Nevada, een machtig granietmassief, waar de hoogste top, Mount Whitney, tot 4418 m reikt, en van waaruit de Grand Valley ruimschoots van water voorzien wordt;

– het middelgebergte van de Mojavewoestijn, waarin men, ver onder zeeniveau, afgesloten inzinkingen aantreft, zoals Death Valley (-85 m) en ImperialValley (70 m).
Het aangename mediterrane klimaat wordt naar het zuiden toe allengs droger, totdat men in een zuiver woestijnklimaat terechtkomt. De intensieve landbouw is alleen maar mogelijk dankzij irrigatie. De zuidelijke helft van de staat produceert voornamelijk fruit (citroenen, dadels, druiven, abrikozen, pruimen, vijgen en olijven); de noordelijke helft groenten (sla, asperges, artisjokken enz.), suikerbieten en klaver. Het Napadal staat bekend om zijn wijngaarden, de Sacramentodelta om zijn rijstvelden, het zuidelijk deel van de Grand Valley om zijn katoen. En de veeteelt wordt niet veronachtzaamd.
Op industriegebied is Californië zeer actief: bodemindustrieën (olie, gas, kwik), chemische, farmaceutische, cinematografische en speerpuntindustrieën (elektronica, informatica), de levensmiddelenindustrie (wijn, vruchtensappen) en de vliegtuig-, auto-, en wapenindustrie.
Als Californië in 1850 een officiële staat wordt, heeft het nog maar 93000 inwoners. Dit cijfer stijgt sprongsgewijs naar 1,5 miljoen in 1900, 7 miljoen in 1940, 20 miljoen in 1970,  37 miljoen in 2009. Oorzaken van deze groei zijn de relatief grote gezinnen, de immigratie van Amerikanen uit de andere staten (met name gepensioneerden), van vluchtelingen uit Zuidoost-Azië, en vooral de grote stroom illegale immigranten uit Mexico. De Spaanstaligen vertegenwoordigen 19% van de totale bevolking, de Aziaten 7%, maar deze percentages zullen tegen het jaar  2000 waarschijnlijk zijn opgelopen tot respectievelijk 28 en 10%. 90% van de bevolking leeft in de steden: San Diego, Los Angeles, San Francisco en in de kleine steden aan de kustzijde van de Grand Valley.