Lukt het niet volgens onderstaande aanwijzingen tot een goede afstelling te komen, dan kunt u het beste advies van een vakman inwinnen. De klepspeling kan dan verkeerd zijn, de kleppen kunnen in een slechte toestand verkeren en er kan valse lucht worden aangezogen.
let op! Als er knallen uit de carburateur komen. kan er water in de carburateur zijn terechtgekomen. Maak in dat geval de carburateur eerst goed schoon Reinig tegelijkertijd ook de sproeiers en de vlotternaat.
Vaste sproeier
Afstelling van een carburateur met vaste sproeiers heeft alleen invloed op het langzaam en stationair lopen van de motor. De sproeiermaten zijn door de fabrikant bepaald en het mengsel wordt tijdens het rijden dan ook nauwelijks beïnvloed door een bij stationair draaien uitgevoerde afstelling.
Voor de stationaire toerentalafstelling brengt u de motor op beo drijfstemperatuur. U stelt dan de smoorklepaanslagschroef zo af dat de motor iets sneller stationair loopt. Vervolgens draait u de mengselschroef zo ver in of uit tot de motor de neiging krijgt af te slaan. Draai deze schroef echter nooit te stijf aan, want dan raakt het conische uiteinde ervan beschadigd. Dan draait u de mengselschroef in tegengestelde richting, totdat weer het afslaaneffect wordt verkregen. Halverwege deze twee standen zal de afstelling in orde zijn. Tel dus de slagen die u met de schroevedraaier maakt. Draai daarna de smoorklepaanslagschroef terug, totdat de motor stationair weer normaal loopt. Vaak kan de mengselschroef dan nog iets worden bijgesteld.
Variabele sproeier
Breng, voor het afstellen van een variabele sproeier, de motor op bedrijfstemperatuur en zet hem dan af. Draai de smoorklepafstelschroef terug tot deze juist vrijkomt en draai de schroef anderhalve slag in. Draai de moer voor de hoogteafstelling van de sproeier zo ver mogelijk omhoog. Controleer of het beneden de moer uitstekende deel van de sproeier omhoog gaat. Nadat u de zuiger met de schroevedraaier heeft opgetild, moet hij weer zonder haperen op zijn zitting terugkomen. Lukt dit niet, dan moet de zuigkamer worden losgemaakt en weer goed op zijn plaats worden gebracht.
Draai de moer van de hoofdsproeier twee slagen terug. Druk bij lopende motor het pennetje aan de onderkant 1 mm in. Het toerental moet dan snel oplopen en weer terugvallen. Verdraai de moer tot dit gebeurt. De juiste afstelling is dan bereikt.