Crêpe is het Franse woord voor dunne pannekoek of flensje. Crêpes zijn door allerlei zoete en hartige toevoegingen te verwerken tot de meest verrassende heerlijkheden. Basisrecept
U hebt nodig 150 g bloem, 5 dl melk, 80 g boter, 2 eieren, zout. Doe de bloem in een kom, maak in het midden een kuiltje en breek daar de eieren in. Strooi er wat zout over en begin van het midden uit te kloppen met de mixer of een garde onder toevoeging van telkens een scheutje melk, tot een glad beslag is ontstaan. Smelt vervolgens op matig vuur in een kleinere koekepan een klontje boter uit. Doe zoveel beslag in de pan dat de bodem net bedekt is. Bak de crêpe eerst aan één kant goudbruin, keer hem met een pannekoekmes om en bak hem aan de andere kant ook mooi bruin. U houdt de crêpes warm op een bord dat u op een pan met kokend water plaatst.
Een extra lekker smaakje krijgen de crêpes wanneer u aan het beslag wat vanillesuiker of een scheut cognac of likeur toevoegt.
Crêpes Suzette
Deze zoete lekkernij is een van de bekendste toepassingen van crêpes. Nadat u de crêpes gebakken hebt, raspt u met 12 suikerklontjes de schil van 3 goed gewassen sinaasappels af, daarna perst u de sinaasappels en 1 citroen. Verwarm 1 eetlepel boter in een flambeerpan en laat de suikerklontjes daarin smelten. Goed doorroeren. De vruchtesap erbij doen, en al roerend laten inkoken tot de saus gebonden is. De warme crêpes dan in vieren vouwen en in de saus leggen. Laat ze goed doordrenken en flink warm worden. Dan de likeur er overschenken en flamberen. De crêpes dan op de borden schikken, de saus eventueel nog wat laten inkoken en over de crêpes verdelen.