Dallas

In grote delen van de wereld wordt Dallas vaak gezien als een schoolvoorbeeld van hoe het kapitalisme er in zijn meest ongebreidelde, protserige en meedogenloze vorm kan uitzien. De moord op president John F. Kennedy, op  22 november 1963, en het wereldwijde succes van de bekende televisieserie, hebben de reputatie er alleen nog maar slechter op-gemaakt. Toch is Dallas een grote, zeer dynamische stad met 1,3 miljoen inwoners, de op een na grootste van Texas en, voor wat het aantal miljonairs (doorgaans oliebarons) betreft, de op een na rijkste stad van de Verenigde Staten. Samen met de buurstad Fort Worth en de kleinere steden in de regio (lrving, Grand Prairie, Arlington, Garland enz.) telt de agglomeratie bijna 6,5 miljoen  inwoners.


Dallas, gesticht in 1841, werd genoemd naar de vice-president van de Verenigde Staten. Fort Worth ontstond acht jaar later en was van oorsprong slechts een simpel cavaleriefortje dat de veiligheid van de kolonisten moest waarborgen.
Door hun ligging in het dal van de Trinity rivier, dicht bij de zich naar het zuiden uitstrekkende Zwarte Prairie (die bestaat uit vruchtbare katoengrond) en de ‘Grand Prairie’ (waar de in de westelijke hoogvlakten beginnende veeroute doorheen voert) fungeren zowel Dallas als Fort Worth als agrarische marktplaatsen (katoen, graan, vee) en leggen ze beide uiteenlopende activiteiten aan de dag op het gebied van de voedselproduktie (meelen vleesverwerkingsfabrieken, slachthuizen, fabrieken van kunstmest en landbouwmachines). Bovendien zijn Dallas en Fort Worth na 1915 welvarende oliesteden geworden. De ruwe olie uit Noord-Texas wordt ofwel ter plaatse geraffineerd, ofwel per pijpleiding getransporteerd naar de raffinaderijen van de Grote Meren.
In het kader van de tijdens de Tweede Wereldoorlog en in de jaren vijftig doorgevoerde decentralisatiepolitiek heeft een derde generatie fabrieken zich bij de reeds aanwezige gevoegd: producenten van autoen vliegtuigonderdelen, chemieconcerns, confectiefabrieken en bierbrouwerijen.
Tot slot heeft de razendsnelle opkomst van de informatica-industrie (telecommunicatie-instrumenten, vluch!leidingsapparatuur voor de ruimtevaart, defensieve computersystemen) sinds het midden van de jaren zestig de welvaart verder doen toenemen en daarmee het aantal banen. Werknemers stromen toe uit alle delen van de Verenigde Staten en investeerders uit de hele wereld beleggen hier hun kapitaal.
Dallas en Fort Worth vormen samen een van de voornaamste verkeersknooppunten van de Verenigde Staten. De autosnelwegen 20, 30, 35 en 45 komen hier samen, terwijl de luchthaven een van de zes drukst bezochte van de Unie is.
De wolkenkrabbers in het centrum van Dallas (de hoogste heeft 70 verdiepingen) huisvesten banken, verzekeringsmaatschappijen, bedrijfsdirecties en Texaanse of federale bestuursagentschappen, maar ook permanente expositiehallen. De federale reservebank heeft er een van zijn regionale hoofdkantoren.
De zakenlui en ‘witte boorden’ wonen in de fraaie wijken in het noorden en westen van de stad, terwijl de armere wijken in het oosten en zuiden een meer gemengde bevolking herbergen (zwarten, Spaanstaligen, recente immigranten).