Bijna alle lucht die we inademen bevindt zich in een laag dicht bij de aarde. Hier zijn ook wolken. Boven deze laag is de stratosfeer, waar de lucht erg dun is. Nog hoger is de ionosfeer. Hier is de atmosfeer electrisch geladen en er zijn stromen gloeiende lichtjes.
Waarom de atmosfeer zo belangrijk is?
Zonder de atmosfeer zou er op aarde geen leven zijn. De meeste lucht is van het gas ‘stikstof gemaakt. Het heeft ook nog andere gassen. Mensen, dieren en planten hebben deze nodig om te leven. Als mensen en dieren inademen, gebruiken ze de zuurstof in de lucht. Ze ademen een ander gas uit, koolzuur genaamd. Dit gas hebben planten nodig. Dan geven de planten op hun beurt weer zuurstof af. Dieren of planten kunnen op grote hoogte niet leven, omdat er niet genoeg lucht is. Als de zon op de aarde schijnt, laat de lucht het licht door. Maar de lucht beschermt ons tegen de erg hete zonnestralen. ‘s Nachts werkt de lucht als een deken en zorgt ervoor, dat er niet teveel warmte ontsnapt.
De lucht werkt ook als een filter. De gevaarlijke ultra-violette stralen worden tegengehouden, die alle levende wezens op aarde zouden doden. De atmosfeer is precies als een enorme kas die de aarde beschermt.