De eenvoudigste en ook meest toegepaste manier om de vermoedelijke datum van de bevalling uit te rekenen, is door uit te gaan van de eerste dag van je laatste menstruatie en van een zwangerschapsduur van 40 weken ofwel 280 dagen. Aangezien dit wat moeilijk rekent, heeft de Duitse gynaecoloog Naegele daarop een foefje bedacht om het allemaal wat gemakkelijker te maken. De regel van Naegele, die vandaag-de-dag nog steeds wordt gebruikt, luidt: neem de eerste dag van de laatste menstruatie, tel daar negen maanden bij op (of trek daar drie maanden van af) en doe er vervolgens nog een week (zeven dagen) bij.
Die regel lijkt nog ingewikkeld, maar een voorbeeld zal het allemaal veel duidelijker maken. Stel dat de eerste dag van de laatste menstruatie 3 juni is. We tellen er negen maanden bij op (of we trekken er drie maanden af) en we komen op 3 maart. Dan tellen we er nog zeven dagen bij op en zo komen we in dit geval op een vermoedelijke bevalling op 10 maart. Als voorwaarde bij deze berekening geldt dat de menstruatie steeds regelmatig; zijn gekomen, bijvoorbeeld elke vier weken. Komen de menstruatie steeds een paar dagen eerder of een paar dagen later, dan moet je deze dagen nog van de berekende datum aftrekken respectievelijk erbij optellen.
Een probleempje bij de methode is verder dat geen rekening wordt gehouden met het feit dat de ene maand meer dagen telt dan de ander. Om hieraan tegemoet te komen, hanteren artsen en verloskundigen vrijwel altijd een speciaal voorbedrukt draaischijf je bij het berekenen van de zwangerschapsduur. Hierop is ook heel eenvoudig af te lezen in welke week van de zwangerschap je je op een gegeven moment bevindt.
