Een dunne laag lucht bedekt de hele aarde. We noemen deze laag de atmosfeer. Dichtbij de grond is er volop lucht. Als we net hogerop zoeken is er steeds minder en minder lucht.
Het onderzoeken van de atmosfeer
Altijd al heeft de mens de lucht en de ruimte daarachter willen onderzoeken. Lang geleden droomden ze ervan om als een vogel te kunnen vliegen. Sommige bevestigden vleugels aan hun armen en sprongen van hoge plaatsen. Maar het is nooit iemand gelukt zelf te vliegen. De mens vloog voor het eerst door het gebruik van ballortnen, die gevuld waren met hete lucht. Het eerste vliegtuig met een motor werd gebouwd door de gebroeders Wright. Hoe vliegt een vliegtuig? Terwijl het vliegtuig naar voren beweegt komt er lucht onder de vleugels en duwt net naar boven. De lucht, die over de gebogen vleugeltop raast, zuigt de vleugel naar boven. Tegenwoordig worden vliegtuigen gemaakt, die steeds sneller en hoger vliegen. Ze hebben krachtige straalmotoren. Toen raketten voor het eerst de ruimte werden ingestuurd, merkte men veel nieuwe dingen op. Een ontdekking was de Van Allengordel. Hier zijn stralen, die voor de ruimtereizigers gevaarlijk zijn. Dit gebied strekt zich ver in de ruimte uit.