Denver

Denver grossiert in superlatieven: hoogst gelegen miljonairsstad van de Verenigde Staten, hoofdstad van de staat Colorado, koningin van de Rocky Mountains, uraniumhoofdstad.
Gelegen op zo’n twintig kilometer afstand van de voet van de Rocky Mountains, op een hoogte van 1609 m, kijkt Denver aan de oostkant uit over een hoogvlakte, terwijl aan de westkant als adembenemend decor een hele keten bergtoppen verrijst, sommige hoger dan 4000 m. Talrijke, door smeltsneeuw gevoede bergbeken voeren hun water naar het dal van de South Platte, die als verzamelbekken dienst doet en uiteindelijk uitmondt in de Missouri.


Denver heeft een droog, zonnig landklimaat (350 mm neerslag per jaar) in combinatie met een overvloed aan water uit de bergen, dat wordt opgevangen via een heel systeem van kanalen, tunnels en reservoirs.
De ‘trapper’ John Smith en zijn Siouxvrouw Wapoola zijn in 1857 de eersten die zich vestigen in het dal van de South Platte, maar worden weldra door gouden zilverzoekers gevolgd. Het huttendorpje krijgt de naam van de gouverneur, generaal James W. Denver, en wordt hoofdplaats van het gebied, dat in 1876 tot de staat Colorado zal worden uitgeroepen. In het begin groeit Denver langzaam (4700 inwoners in 1870), daarna sneller (256.000 inwoners in 1920) en vervolgens weer kalmer aan (566.000 in 2006). Bij dit proces wordt het rivierdal steeds verder volgebouwd: stroomopwaarts tot Kassier en stroomafwaarts tot Brighton. De agglomeratie telt 2,4 miljoen inwoners, ofwel meer dan 60% van de totale bevolking van de staat, en omvat omvangrijke Mexicaanse, Canadese, Russische, Poolse, Thaise, Koreaanse en zelfs Laotiaanse minderheidsgroepen.
Mijnbouw en waterkracht zijn nog steeds de twee belangrijkste pijlers van de economie, maar de opbrengsten uit goud, lood en zilver zijn heden ten dage bijzaak vergeleken met die uit uranium, steenkool (met een zeer laag zwavelgehalte), aardgas, aardolie, waterkracht en zonne-energie.
Het midden in het vruchtbare dal van de South Platte gelegen Denver heeft talrijke levensmiddelenindustrieën (meelen suikerfabrieken, abattoirs, bierbrouwerijen). In januari wordt hier de grootste runderjaarmarkt van het westen gehouden. Nationale bekendheid genieten het in Denver vervaardigde mijnbouwen irrigatiematerieel, en de fabrieken van landbouwwerktuigen en sportartikelen.
Denver oefent uiteraard veel aantrekkingskracht uit op bergbeklimmers, skiërs en wielrenners. Op handelsgebied strekt de invloed van deze centraal gelegen stad zich uit over een vijf tiental staten. De federale regering heeft er dan ook diverse rijksdiensten ondergebracht: een Munt, waar meer dan 20 miljoen geldstukken per dag geslagen worden, het Instituut voor zonne-energie, het hoofdbetaalkantoor van de U.S. Air Force, en fabrieken en opslagplaatsen van plutoniumbommen.
De uitstekende reputatie van het klimaat heeft een bijzonder hoog aantal ziekenhuizen, sanatoria en herstellingsoorden naar deze streek getrokken.
Denver is een jonge, propere stad, met brede verkeersaders en gebouwd volgens het dambordprincipe. Wolkenkrabbers zijn er nog maar weinig en de hoogste heeft slechts 40 verdiepingen. Midden in het centrum staat het Capitool, waarvan de koepel met zuiver bladgoud, afkomstig uit de mijnen van Colorado, bedekt is.