Als u een auto rijdt met een dieselmotor, kunt u bij extreem lage temperaturen moeilijkheden krijgen. De vloeibaarheid van de dieselbrandstof neemt namelijk bij buitentemperaturen onder -15 C af door de afscheiding van paraffine. Dit verschil in vloeibaarheid is ook de reden van het bestaan van ‘zomer’en ‘winter’-dieselbrandstof.
Aanbevolen wordt bij flinke vorst een ‘flowimprover’ te gebruiken. Bij temperaturen tussen -15 en -25.C kan de dieselbrandstof worden vermengd met maximaal 30% gewone benzine (dus geen super). Hierbij moet u zo veel mogelijk eerst gewone benzine in de tank doen en pas daarna diesel toevoegen.