Wat is Energie?

Energie is zoiets als een kracht die het verschil kan maken. Dat is precies wat de Griekse term betekent. Er zit energie in een batterij waarmee we een apparaat kunnen bedienen. De zon levert energie die onze huid verwarmt.

Energie kan van de ene soort naar de andere veranderen. Van de elektrische energie in een batterij is geluidsenergie die uit de luidspreker klinkt. Een persoon transformeert de chemische energie uit voedsel in kinetische energie in zijn maag.

Welke soorten energie zijn er?

Water in een reservoir in de bergen bevat veel energie vanwege de locatie. Het kan naar beneden stromen en een waterrad aandrijven. De wetenschappers noemen dit “potentiële” energie. Dit betekent zoveel mogelijk “mogelijke” energie.

Wanneer het water stroomt, bevat het ook weer veel energie. De wetenschappers noemen dit “kinetische” energie. Dit is de energie van beweging. Het water kan een waterrad of een turbine aandrijven. Kinetische energie bevat ook een rijdende auto of trein. Bij een ongeluk is het zeer zichtbaar.

De turbine kan op zijn beurt een generator aandrijven en elektrische stroom maken. Dit is dan de elektrische energie. Dit kan ook weer veel dingen veroorzaken. Je kunt het aansteken, een motor besturen en nog veel meer.

De zon zorgt voor lichtenergie. De lichtstralen verwarmen alle dingen, de donkere dingen sterker dan de heldere. In de planten veroorzaakt de zon groei. Dit gebeurt in de groene delen van de plant.

Hout, steenkool of aardolie bevatten ook veel energie. Ze worden chemische energie genoemd. Wanneer je deze stoffen verbrandt, ontstaat er veel warmte. Dit is op zijn beurt een vorm van energie. Het binnenste van de aarde is ook erg heet. Dit is ook een thermische energie. Ze worden geothermische energie genoemd.

Atoomenergie is een speciaal soort chemische energie. In een kerncentrale wordt warmte-energie opgewekt uit een zwaar metaal, uranium. Zelfs een nucleaire bom werkt als volgt: daar wordt de energie heel plotseling omgezet en genereert niet alleen warmte, maar ook druk.

Wanneer je water heet maakt op een vuur, begint het te stomen. We weten dit van de snelkookpan van het fornuis. De stoom stroomt dan onder druk uit het ventiel en fluit of sist. Dus druk is ook een vorm van energie.

De mens kan geen energie produceren, maar kan deze niet consumeren. Er is energie in de kosmos, en altijd dezelfde hoeveelheid. Men kan echter energie van de ene soort naar de andere transformeren. Dit gebeurt in een energiecentrale, maar ook in een machine, een lamp, een luidspreker enzovoort.

Mensen hebben warmte nodig om comfortabel te leven in de winter. Hij verbrandt daarom aardgas, olie, kolen of hout. Dit noemen we een verwarming. Maar ook bakstenen, bakstenen en glas worden met veel warmte geproduceerd. Ook voor het bakken en koken heeft het veel warmte-energie nodig.

We hebben ook veel energie nodig voor beweging: benzine bestuurt een auto. Benzine komt uit aardolie. Het is bijna hetzelfde met het vliegtuig. De mixer daarentegen maakt de beweging van elektrische energie. De windmolen gebruikt de kracht van de wind om de molenstenen aan te drijven.

Elektriciteit is een zeer praktisch soort energie: in de lamp wordt het licht, in de luidspreker wordt het geluid, in de mixer wordt het beweging. Robots in de industrie hebben elektriciteit nodig om onderdelen van auto’s te assembleren. De productie van aluminium vereist ook veel elektriciteit.

De zon schijnt elke dag. Miljoenen jaren is er voldoende zonne-energie. Daarom wordt het een “hernieuwbare energie” genoemd. Waterkracht wordt daarom ook een hernieuwbare energie genoemd: de zon laat zeewater verdampen. Dit verzamelt zich in de wolken en regent weer naar beneden.

Geothermische energie is ook een van de hernieuwbare energiebronnen. Het vernieuwt niet echt, maar er is veel, heel veel van. Wanneer een persoon het gebruikt, is het zo weinig dat u het niet kunt meten.

Hout is een van de hernieuwbare energiebronnen omdat het kan hergroeien. Het wordt ook een “hernieuwbare hulpbron” genoemd. Je moet alleen maar zoveel hout uit een bos halen als er weer groeit. Dit wordt een “duurzaam beheer” genoemd.

Er is slechts een beperkte hoeveelheid kolen, olie en aardgas. Ze ontstonden vele miljoenen jaren geleden, ten tijde van de dinosauriërs en zelfs daarvoor. Dode planten werden overstroomd door de zee en bedekt met aarde. In lange, lange tijd werd het steenkool, olie en aardgas, de zogenaamde fossiele brandstoffen. Zodra mensen alles uit de grond hebben gehaald, is het verdwenen.

In Europa en Noord-Amerika hebben mensen er al veel van verloren. Tegenwoordig krijg je veel olie, bijvoorbeeld in Saoedi-Arabië en Iran. Deze landen hebben veel geld vanwege de olie en kunnen het geld voor hun eigen doeleinden gebruiken.

Hoewel de wetenschappers verschillende berekeningen maken, maar het is duidelijk: als we zoveel olie en gas blijven verbruiken als nu, is dat niet langer genoeg voor een hele eeuw. Dan zijn de benodigdheden voor altijd op. Ze worden ook de “niet-hernieuwbare energiebronnen” genoemd.

In de jaren 1800 vond de industriële revolutie plaats. Mensen hebben grote fabrieken gebouwd en zijn sindsdien in staat geweest veel meer dingen te produceren. In plaats van hout of houtskool verbranden ze meestal kolen, olie of aardgas in de industrie.

De bron van deze energiebronnen is echter niet het enige probleem: er zit veel koolstof in kolen, olie en gas. Bij verbranding produceert dit koolstofdioxide, ook wel CO2 of Ce-o-two genoemd. Er zijn er steeds meer in de lucht. Daarom stijgen de temperaturen over de hele wereld. Dit wordt de “opwarming van de aarde” genoemd. Duitsland heeft daarom al veel kolencentrales gesloten.

Kernenergie is ook niet “hernieuwbaar”. Dit vereist uranium of andere stoffen die worden gewonnen uit de aarde. Kerncentrales produceren kernafval. Deze geven sterke straling af. Je ziet deze straling niet, maar ze maken alle levende wezens ziek of doden ze zelfs. Het kernafval wordt op bepaalde plaatsen in de wereld opgeslagen, waaronder Duitsland en Zwitserland. Wetenschappers zijn nog steeds op zoek naar een kluis. Aangezien uranium echter meer dan 700 miljoen jaar gevaarlijke straling afgeeft, kan deze veiligheid niet zo lang worden gegarandeerd.

Bovendien is kernenergie zeer gevaarlijk. In 1986 explodeerde een kerncentrale in de Sovjetstad Tsjernobyl, die zich nu in Oekraïne bevindt. In 2011 verwoestte een tsunami de kerncentrale in Fukushima, Japan, Fukushima. Beide gebieden mogen vandaag niet worden betreden vanwege de straling.